Compost is een universum vol met organismen uit het bodemvoedselweb. de onvoorstelbare aantallen in een gezonde bodem vallen in het niet die je in een theelepeltje compost aantreft. Met name de microbiele populaties zijn simpelweg te groot om echt te bevatten; tot wel een miljard bacterien, 120 tot 275 meter schimmeldraden, 10.000 tot 50.000 protozoa en 30 tot 300 nematoden. Naast de extreem grote hoeveelheden microben, bevat compost allerlei soorten micro-geleedpotigen en soms ook wormen. Compost barst van het leven! (citaat uit het Bodemvoedselweb van Jeff Lowenfels @ Wayne Lewis, vertaling Marc Siepman)
niet alle compost is het zelfde
De meeste tuinders denken niet zo veel na over compost. Ze maken het, of ze kopen het, en brengen het aan-het is ze om het even. Er is echter meer dan 1 soort compost; een feit dat zelfs zeer ervaren composteerders verbaast. Zoals met de meeste systemen; wat er ingaat heeft invloed op wat er uit gaat. Het blijkt dat je met een klein beetje bodemvoedselweb-wetenschap compost kunt maken die wordt gedomineerd door schimmels of compost die wordt gedomineerd door bacterien. Het hangt er maar net van af wat je in de composthoop stopt.
composteren hoe doe ik dat?
Naast de benodigde microben is er voor het composteringsproces warmte, water, lucht en organisch materiaal met de juiste verhoudingen koolstof en stikstof nodig. Deze moeten in de juiste verhouding gemengd worden. Aan organisch materiaal is makkelijk te komen; grasmaaisel, afgevallen bladeren. houtsnippers, stro, hooi, zaagsel, takken, en bijna alle keukenrestjes, met uitzondering van vlees en vet.
composteren is als koken…
Bacterien, schimmels en andere microben halen voornamelijk koolstof uit het organisch materiaal in de composthoop, net zoals ze dat in de bodem doen. Dit hebben ze nodig voor hun stofwisseling. De microben hebben ook stikstof nodig om de enzymen te kunnen maken die ze gebruiken om het organisch materiaal af te breken en de eiwitten die nodig zijn om structuur te geven. Vocht is nodig om het juiste milieu voor de microben te verkrijgen, zodat ze niet doodgaan of gaan sluimeren. Lucht is nodig omdat de nuttige bodemorganismen die verantwoordelijk zijn voor het afbreken van koolstof- en stikstofhoudende materialen aeroob zijn. Ze ademen lucht; ze hebben zuurstof nodig.
Composteren met zo min mogelijk inspanning
- maak een bak van 1 m2 met pallets en gaas. De hoop hoeft niet te worden afgedekt. Het is de bedoeling dat hij vochtig kan worden door regen.
- Plaats naast de compostbak een gesloten opslagbak waarin je droog koolstof materiaal kan bewaren. Bijvoorbeeld een baal stro, droge bladeren , houtsnippers of zaagsel. Je kunt hiervoor eventueel de groene kliko gebruiken. Deze heb je niet meer nodig als je gaat composteren.
- Begin met een laag stro op de bodem. Gooi de dagelijkse of wekelijkse emmer met keukenafval er bovenop.
- Dek het af met stro.
- Ga zo door en je zult merken dat de hoop voller wordt, maar ook steeds weer inzakt.
- In de zomer en bij weinig regen zal de hoop uitdrogen. Besproei dan de hoop af en toe met een fijne broeskop.
- Afhankelijk van de hoeveelheid afvalmateriaal kun je een 2e hoop maken.
- Merk je dat de hoop nauwelijks meer inzakt, dan is het tijd om de hoop te keren. Als je dit doet na een half jaar , dan is de kans groot dat ongeveer de helft van het volume goede compost is geworden. de overige helft is het startmateriaal voor een nieuwe hoop.
- Mest van dieren verwerk je op dezelfde manier als het keukenafval.
heet composteren
Bij de traditionele manier van compost maken (met de koude methode) kan het wel een jaar duren voordat je resultaat hebt. de snelle methode is de warme of hete methode. Met de hete methode heb je in 8 tot 12 weken compost.
Een groot voordeel van deze methode ten opzichte van de koude methode is dat je hiermee onkruid, ziektekiemen en insecten elimineert. Deze aanpak vraagt echter om meer aandacht en tijd. Een juiste verhouding van organisch materiaal en het totaal volume van je compostbak is hierbij essentieel.
wat heb je nodig?
- 3 delen koolstof materiaal; meestal droog ‘bruin’tuinafval, riet, zaagsel, karton, gedroogde bladeren, stro, gehakselde takken en andere houtachtige of vezelige materialen. Belangrijk is dat het materiaal niet te groot is. In het algemeen geldt: hoe kleiner het materiaal is, des te sneller gaat het composteerproces.
- 2 delen stikstofmateriaal bestaande uit groen en vers tuinafval, omdat het vochtig is (onkruid, gras, groenten, en fruit-afval)
- 1 deel met materiaal dat een hoog stikstofgehalte heeft ( mest van dieren, bij voorkeur een mix van verschillende dieren) Koemest bevat een diversiteit van micro-organismen en is daarom te prefereren voor het composteerproces. Mest van gevogelte kan bijna 2 x zoveel stikstof bevatten. Gebruik daarom hiervan de helft dan aangegeven.
opbouw van de composthoop
Om in de composthoop de juiste temperatuur te krijgen van ca. 60 graden Celcius is een minimale omvang van 1 kuub nodig. gebruik hiervoor een bak met minimaal 1x1x1 meter of een hoop van 1,5 meter hoog. Een eenvoudige manier om een composthoop op te bouwen is door gaas in een cirkel te plaatsen en aan het uiteinde vast te maken met clips die je los kunt halen. Neem hiervoor stevig gaas met een kleine maas, 4 meter lengte bij 1 meter hoogte. De diameter van je composthoop is dan 1,5 meter en de inhoud ofwel het volume is 1 kuub.
Als je 3 kuub composthoop maakt, kun je delen ( koolstof, stikstof en mest) makkelijk meten met een kruiwagen; 3 kruiwagens bruin, 2 kruiwagens groen, 1 kruiwagen mest.
actieplan;
- je bouwt de composthoop in lagen op.Start met 3 delen bruin materiaal.
- sproei bij het opbouwen van de hoop continu met water
- de 2e laag is twee delen groen materiaal
- blijf sproeien
- de derde laag is 1 deel mest
- blijf sproeien
- als je een dood dier hebt, voeg dat dan nu toe, zodat het zich midden van de hoop bevindt.
- herhaal de opbouw van de 3 lagen minstens 3 keer. Bij gebruik van bijvoorbeeld de composteerbak ga je door totdat de bak volledig gevuld is.
- voor de laatste afdeklaag maak je een mix van 3 delen bruin, 2 delen groen, en 1 deel mest. Met de mix dek je de composthoop af, zodat hij een bolle vorm heeft.
- blijf sproeien
- dek de hoop af met een groot stuk zeil. Plaats wel eerst een omgekeerde emmer op de top waardoor de hoop voldoende lucht krijgt. De functie is dat bij regen de hoop niet te nat wordt en bij te veel zon niet te hard uitdroogt. De hoop moet luchttoevoer krijgen
- controleer de eerste dagen of de hoop niet uitdroogt en benevel de hoop zonodig
samenvatting:
- minimaal 0,75 m3
- in 1x opzetten
- bamboestok & bijenwas i.p.v. thermometer
- actinobacterien ontbinden cellulose, lignine, chitine en eiwit >60 graden Celcius
- vernietinging zaden en pathogenen
Ten slotte…
de warmte die nodig is voor voor het composteren komt niet van de zon, maar van de stofwisseling van het bodemleven, voornamelijk van de bacterien. Zoals je zult zien creeert deze warmte de omstandigheden die de groei van de populaties mogelijk maakt en ze op het juiste moment in het composteringsproces van karakter doet veranderen.
Als je de ingredienten in de juiste verhoudingen vermengt, dan is het resultaat een rijke kruimige, donkere koffiekleurige, zoetruikende compost die barst van het leven. Hoewel het meer dan een jaar kan duren, is het mogelijk om goede compost te maken in slechts een paar weken. Maar onafhankelijk van de gebruikte methode zijn het de microben die het meeste werk verrichten.
Om compost te maken moet de verhouding tussen koolstof en stikstof kloppen: de ideale verhouding ligt ergens tussen 25:1 en 30:1. Als je te veel stikstof hebt, dan wordt de stikstof snel verbruikt en vertraagt bij het ontbindingsproces. Als je te veel stikstof hebt, dan gaan de organismen er mee aan de haal en oxideert de koolstof, die in de atmosfeer verdwijnt. Maar met de juiste verhoudingen gaat de compostering snel en is de ontbinding volledig.
Tuiniers verdelen composteerbare materialen vaak in 2 categorien; bruin & groen. Belegen bruine organische materialen voeden schimmels; verse, groene materialen voeden bacterien. Bruine materialen – waaronder gevallen bladeren , bast houtsnippers, twijgen en takken- bevatten de koolstof die nodig is om de leden van het bodemvoedselweb van energie voor hun stofwisseling te voorzien. Groene materialen – grasmaaisel, net getrokken onkruid, keukenrestjes- bevatten veel van de voor bacterien makkelijker te verteren voedsel en zijn goede stikstofbronnen. Hoe verser het groenmateriaal, hoe meer stikstof het zal bijdragen aan de hoop. Stikstof geeft bodemorganismen de bouwstenen om eiwitten te produceren, die ze onder andere gebruiken voor de vertering senzymen die nodig zijn in het ontbindingsproces.
de ideale C/N-verhouding
Niet alle organische materialen hebben de ideale C/N – verhouding; zaagsel is bijvoorbeeld 500:1 en papier 170:1. De twee soorten organisch materiaal waarvan je een goede aanvoer moet hebben zijn grasmaaisel ( 19:1) en boombladeren van pioniers ( 40:1 tot 80:1) – met elkaar vermengd geven deze bij benadering de juiste verhouding. Gebruik niet te veel bladeren van de eik, beuk of kastanje, want die verteren te langzaam. Laat ze gewoon onder de boom liggen, zodat er humus opgebouwd wordt .
bacteriedominant of bacteriedominant
Het is mogelijk om de materialen zo te kiezen dat het eindproduct zeer schimmeldominant of uitgebalanceerd is. Dit doe je eenvoudigweg door meer bruine materialen (om meer schimmels te krijgen) of groene materialen (om meer bacterien te krijgen) toe te voegen. Een goed recept voor een compost is 5 tot 10% alfalfameel, 45 tot 50% vers grasmaaisel en 40 tot 50% bruine bladeren of kleine houtsnippers. Een geschikt recept voor bacterie-dominante compost is 25% alfalfameel, 50%vers grasmaaisel en 25% bruine bladeren of bladsnippers.
Nogmaals; de groen materialen die in de compost gaan bieden simpele, makkelijk verteerbare suikers en heel veel stikstof en zijn daardoor heel geschikt als voedsel voor bacterien. De bruine materialen bestaan uit moeilijk af te breken lignine, cellulose en tannine (en ook nog wat stikstof) Schimmels hebben de voorkeur voor dit soort materialen en hebben daarvoor de juiste enzymen om ze af te kunnen breken. Pas daarna kunnen de bacterien ermee aan de slag.
waarom zou je composteren?
- Herstelt gedegradeerde bodems
- Verbetert de structuur van de bodem en daarbij de waterhuishouding
- Sluit de kringloop van voedingsstoffen
- ent de bodem met microben
- Gezonde planten door antibiotica
- Breekt vervuiling af
- enz.
zorg voor diversiteit
- hoe meer systemen, hoe meer biodiversiteit
- andere input, andere output
- beperk gesjouw; bekijk elke situatie
- elk systeem heeft voor- en nadelen
- weet wanneer je moet stoppen
nog extra tips:
- Zorg voor zuurstof (voldoende bruin)
- vochtig maar niet nat ( 40-60 %)
- C/N tussen de 25:1 en 30:1
- lagen tot 15 cm.
- 10% kennis, 90% ervaring
- Compost zeven voor gebruik