Bouwbesluit voor dieren

In de bouw werken ze met een mensgericht Programma van Eisen (PvE). Waarom wordt er ook niet gedacht aan een diergericht Programma van Eisen? Met aandacht voor nest- eet- en slaapgelegenheid in en rondom de gebouwen. Door Natuur Inclusief te bouwen is er voor iedereen een plek. Ruimte voor insecten, vogels en vleermuizen, eekhoorns en egels. Een plek waar ze voedsel vinden, zich kunnen voortplanten en beschermt worden. Maar er is ook ruimte voor mensen en onze kinderen, nu en later, voor iedereen. Leve de natuur! De toekomst begint vandaag! Meer ruimte voor groen bij nieuwbouw, renovatie of herstructurering. Of het nou de gebouwen, de omgeving of beide zijn. Er wordt standaard rekening gehouden met de natuur en de natuurwaarden. Let’s GO en laten we met zijn allen Natuur Inclusief gaan bouwen.

De huismus is een echte stadsbewoner. Hoewel huismussen ook nesten in bomen of struiken maken, nestelen ze het liefst in gebouwen,
bijvoorbeeld onder een dakpan. Daar zit de mus goed beschermd tegen slecht weer en roofdieren. Ook nestkasten worden graag gebruikt, maar alleen als ze op de juiste plaats hangen ( noord-oostkant) De huismus houdt van gezelligheid. Zo broeden ze het liefst in de buurt van soortgenoten en ook voedsel zoeken doen ze het liefst in de veiligheid van een groep

Wat is Natuurinclusief bouwen eigenlijk?

bewones van een groene, vogel en vleermuisvriendelijke omgeving voelen zich gezonder en zijn dat ook, zo heeft onderzoek aangetoond

NLGreenlabel
Door natuurinclusief te bouwen en te ontwerpen is het mogelijk gezonde en aantrekkelijke steden en dorpen te creëren, die voor alle gebruikers een prettige leefomgeving zijn. Investeren in groene kwaliteit levert immers veel meer op dan alleen maar een mooi plaatje. Goed stedelijk groen zorgt voor verkoeling in de zomerhitte, zuivert de lucht en biedt volop ruimte aan mede-stadsbewoners, zoals huismus, gierzwaluw, merel of gewone dwergvleermuis. Juist dankzij deze bevolkingsgroepen komen steden en dorpen écht tot leven.

basiskwaliteit

Nu klinkt natuurinclusief bouwen alsof het alleen over zand, cement en stenen gaat. De inrichting van de buitenruimte, van blauw en groen, kan net zo goed natuurinclusief, met dezelfde voordelen voor onszelf als voor vleermuizen en vogels. Voor weinig plekken binnen de stedelijke omgeving geldt natuur als top prioriteit. Er zijn veel stedelijke opgaves, zoals waterretentie, klimaatadaptatie, volksgezondheid en leefbaarheid waarvoor groene oplossingen bestaan die gunstig zijn voor mens én dier. Zo kunnen we een basiskwaliteit te neerzetten!. We weten hoe het moet, we hoeven het alleen nog maar te doen. Samen kunnen we dat! Kijk ook even op Checklist Groen Bouwen!

Hang een nestkast van de huismus niet in de volle zon. Hang de invliegopening daarom het liefst naar het noorden, noordoosten of oosten. Probeer ook tezorgen dat de kast een beetje beschut hangt bijv. onder de dakrand (uit de wind en regen).Hang een nestkast op een rustige plaats, opminimaal 3 meter hoogte. Huismussen broeden graag bij elkaar in de buurt; het is daarom handig om meerdere nestkasten op te hangen in de tuin, of bijvoorbeeld ook eentje bij de buren. Hang de nestkasten ook weer niet te dicht bij elkaar, houd een afstand aan van tenminste 50 cm. Zorg ervoor dat er op een afstand van circa 2 meter niets voor de opening van de kast hangt, zodat de huismus gemakkelijk naar binnen en naar buiten kan vliegen. Struiken of heggen in de omgeving van de nestkast zorgen voor bescherming tegen roofdieren en beschutting voor jonge vogels tijdens hun eerste uitstapjes. Verhang de kast als deze na twee jaar nog niet bewoond is geweest. Huismussen moeten aan de nestkast wennen. Het kan even duren voordat de nestkast is bewoond. Ook in het najaar en de winter gebruiken huismussen de nestkast, dan overnachten ze er namelijk in. Het is goed mogelijk dat jouw huismussenkast een mezenkast wordt: ook koolmeesjes en pimpelmeesjes broeden graag in deze nestkast.

Bij renovatie en nieuwbouw is het eenvoudig voorzieningen voor vleermuizen en vogels te treffen. Nestgelegenheid kan dan vanaf het begin worden meegenomen in het ontwerp. Dit blijkt in de praktijk eenvoudig en kan kostenneutraal. Achteraf plaatsen is vaak veel lastiger, duurder of niet haalbaar. Bekijk bij het inpassen van nestkasten wel goed of vogels solitair of in kolonies broeden zoals zwaluwen en huismussen.

spreeuwenkast: Deze nestkast biedt nestgelegenheid aan de spreeuw (boomklevers, mezen, en bonte vliegenvanger maken ook gebruik van deze nestkast). Nestkast niet met de invliegopening naar het zuid/westen en zorg ervoor dat de nestkast niet de hele dag in de zon hangt.
De nestkast op minimaal 2 meter hoogte ophangen langs de bosrand of in het bos (of een andere geschikte plek). Spreeuwen broeden graag met meerdere soortgenoten dicht bij elkaar, het is dus wenselijk om meerdere nestkasten op te hangen.

Biodiversiteit

40 % van de bestuivers zoals bijen en vlinders wordt met uitsterven bedreigd. Dit raakt ook de mens. Zonder bestuiving geen voedsel.

NLGreenLabel
Deze kast biedt onderdak aan de egel en de steenmarter.Plaats de kast op een geschikte plek in het bos, park of tuin. Dicht onder een struik of de kast verbergen onder een takkenhoop met blad. Als nestmateriaal kunt u de kast vullen met hooi of dor blad.

Biodiversiteit staat voor de mate van verscheidenheid aan levensvormen in een bepaals leefgebied of ecosysteem. In Nederland is de biodiversiteit sterk afgenomen vergeleken met andere landen. Dit komt voornamelijk door de toenmende verstedelijking intensieve landbouw en milieuvervuiling.

Wilde bijen en vlinders zijn een belangrijke schakel in onze voedselketen. Ze zorgen voor 60% van de bestuiving van onze groenten en fruit.

NLGreenLabel
vleermuizen Vleermuizenkasten en kraamkasten; Zorg dat er van het vroege voorjaar tot de late herfst bloemen bloeien. Daar komen insecten op af: voer voor vleermuizen. Plant struiken en planten die ’s nachts bloeien, want vleermuizen zijn nachtdieren. Zorg voor bomen en struiken waar ze kunnen schuilen. Vijvers zijn hotspots waar ze insecten vinden en al vliegend een slokje nemen. Ruim niet alle dode hout op.

groen en beheer is de basis van biodiversiteit

De bebouwde omgeving bestaat uit verschillende gebieden, elk met hun eigen microklimaat. Dit klimaat is vaak anders dan in de natuurlijke omgevingen. Dit vraagt aandacht, maar biedt ook kansen. Elke situatie verlangt zijn eigen beplanting. Hoe gevarieerd het groen, hoe meer leven dit zal aantrekken. Groen kan zelfs helpen diersoorten te beschermen, door natuur inclusief te bouwen met natuurlijke gebouwen en aandacht voor ecologisch groen.

Stedenbouwkundigen , architecten, landschapsontwerpers en ecologen werken steeds meer samen om steden en gebouwen te ontwerpen met ruimte voor flora en fauna. Met natuur inclusief bouwen kunnen punten behaald worden bij diverse duurzaamheids certificeringen.

Met meer biodiversiteit in de stad groeit de leefbaarheid voor mens, plant en dier en neemt de kans op het uitbreken van ziekten en plagen af. Met een goed natuurinclusief bouwproject verbeter je de leefomgeving, voorkom je vertragingen en onnodige kosten, en voldoe je aan de wensen en eisen van de gemeente en andere stakeholders. Door een sterk natuur-inclusief concept uit te werken en de faunavoorzieningen te ontwerpen en te realiseren zorgen we samen voor groei van biodiversiteit in de gebouwde omgeving en een betere leefomgevingen voor alle bewoners.

vlermuizen zomerverblijf: Nestkasten ophangen komt vrij nauw. Elke vogel stelt weer andere eisen aan de plaatsing en omgeving van de nestkast.

natuurpuntensysteem

Groen- en natuurinclusief bouwen is niet als een eenduidig voorschrift in een wet of contract te vatten. Een natuurpuntensysteem zoals dat in de gemeente Tilburg wordt ingezet stimuleert en bevorderd de creativiteit en keuzevrijheid van architecten en ontwikkelaars. Daarom wordt een lijst van maatregelen opgesteld waaruit de ontwikkelaar zelf een keuze kan maken. Bij een grootschalige bouwontwikkeling mogen meer investeringen in groen- en natuur inclusief bouwen verwacht worden dan bij een kleinschalige (bouw)ingreep. Daarnaast neemt het in een laagbouwwijk andere vormen aan dan in een hoogbouwcluster, net als wanneer het gebouw in een groene of een stedelijke omgeving staat.

Steeds meer gemeenten hebben de ambitie om natuurinclusief bouwen te bevorderen. Maar wat is natuurinclusief bouwen en hoe kun je prestatie-eisen stellen aan bijvoorbeeld nieuwbouwprojecten? Max Klasberg, senior stadsecoloog en adviseur natuurwetgeving bij Arcadis, bedacht een kant-en-klaar puntensysteem. Inmiddels werken diverse gemeenten met dit systeem, waarbij er steeds sprake is van maatwerk.

De vereiste hoeveelheid natuurpunten voor een project is mede afhankelijk van de bestaande natuurwaarden in het gebied. Dit heeft te maken met de effectiviteit van bepaalde maatregelen, zoals het aanbieden van nestvoorzieningen, welke effectief zijn als de soort aanwezig is of er potentie is voor de soort om in het gebied voor te komen.

Vleermuizen slapen overdag graag op een rustige warme plek, bv. in bomen, op zolders, achter rolluiken, onder dakpannen of in spouwmuren. Als je ze een gastvrij onthaal wil bieden bouw dan zelf een vleermuiskast. Geen Tuinverlichting Met te veel tuinverlichting verjaag je vleermuizen. Ze worden door het licht verblind. Ook insecten raken gedesoriënteerd en vallen op de grond waardoor ze onbereikbaar zijn voor de sonar die de vleermuis uitzendt. Soms zie je ze rond lantaarnpalen jagen. Dan is er niet genoeg voedsel te vinden en zijn ze bereid een risico te nemen

zijn er verbouwplannen?

Het zal je misschien verbazen maar de woonwensen van mensen en dieren liggen dichterbij elkaar dan je denkt. Voor vogelsoorten zoals gierzwaluw en huismus en vleermuissoorten zoals gewone dwergvleermuis en laatvlieger zijn onze huizen essentieel in hun voortbestaan. In de kieren en nissen van onze woningen brengen ze hun jongen groot en slapen ze in de winter. Maar als wij onze huizen opknappen en beter isoleren verdwijnen vaak de plekken voor hen. Zonde! Want naast dat deze soorten wettelijk beschermd zijn zijn ze ook nog eens heel nuttig. Gierzwaluwen en vleermuizen zijn bijvoorbeeld goede insectenvangers. Ze vangen duizenden muggen per dag

Deze nestkast biedt nestgelegenheid aan de pimpelmees, zwarte mees (de bonte vliegenvanger maakt ook gebruik van deze nestkast).Nestkast niet met de invliegopening naar het zuid/westen en zorg ervoor dat de nestkast niet de hele dag in de zon hangt. Er hoeft geen nestmateriaal toegevoegd te worden.De nestkast op minimaal 2 meter hoogte op de gewenste plek hangen (boom, schutting, huis).De nestkast kunt u één keer per jaar schoonmaken als de jongen zijn uitgevlogen, hiervoor draait u de twee schroefhaken aan de voorkant 180 graden. Daarna kan het voorfront van de nestkast gehaald worden. Indien een tweede broedsel volgt kunt u de nestkast in het late najaar als er (nacht)vorst is geweest nogmaals schoonmaken. Wij adviseren om jaarlijks ook de deugdelijkheid van de ophanging te controleren.

Wet natuurbescherming (Wnb)

De wet natuurbescherming beschermt onze flora en fauna en de belangrijkste Nederlandse natuurgebieden. De provincies bepalen voor hun gebied wat wel en niet mag in de natuur. Denk hierbij aan de volgende punten:

  • Ruimtelijke ontwikkelingen moeten voldoen aan de Wet Natuurbescherming
  • Onderzoek naar aanwezigheid van beschermde flora en fauna
  • Uitvoeren van mitigerende en/of compenserende maatregelen
  • contact leggen met een ecologisch adviesbureau
Als gemeente kun je een soortmanagementplan (SMP) opgestellen om te zorgen dat de benodigde werkzaamheden geen vertraging oplopen. Tegelijkertijd blijft de bescherming van kwetsbare diersoorten gewaarborgd. Het Soortmanagementplan bevat onder andere een beschrijving van werkzaamheden aan gebouwen en beschermende maatregelen voor de beschreven diersoorten.

Technische oplossingen

In steeds meer steden en dorpen wemelt het van de vogels,insecten en vleermuizen. Niet alleen omdat de bewoners allemaal groene tuinen hebben maar ook omdat de wijken en de huizen natuur inclusief gebouwd zijn. Natuur inclusief bouwen betekent dat er een serie aan maatregelen zijn toegepast die samen de voorwaarde scheppen voor natuur in de bebouwde omgeving en om dat voor elkaar te krijgen moeten meerdere partijen samenwerken. Natuurinclusief bouwen kan met allerlei slimme technische oplossingen, zoals inbouwkasten voor broedende vogels of vleermuizen. Maar ook groene daken, groene muren en het slim omgaan met verlichting. Er zijn veel technische voorzieningen mogelijk in de vorm van inbouwkasten voor broedende vogels of voor vleermuizen. Voor gierzwaluwen zijn speciale dakpannen op de markt. Muurplanten zijn gebaat bij het gebruik van kalkhoudende mortel. Groene daken en groene muren zorgen voor een betere leefomgeving voor dier en mens. Door slim om te gaan met verlichting kunnen veel negatieve effecten op dieren worden voorkomen.

Camilla Dreef is op bezoek in Tilburg om te laten zien hoe daar natuurinclusief gebouwd wordt.

hoe het wel zou moeten

De Provincies zou met een collectieve ontheffing gemeenten niet meer per geval, maar per gebied toestemming kunnen geven om in te grijpen in het landschap maar met een plan die is gebaseerd op de soorten en hun verblijfplaats waarin staat welke ingrepen er gaan plaats vinden en welke maatregelen er tegen over staan. Dit Soorten Management Plan vormt de basis voor de ontheffingsaanvraag door Gemeenten. Hierin staat welke maatregelen een gemeente voorschrijft om de omgeving aantrekkelijker te maken voor de soorten. Er is van alles denkbaar . Voor het gebruiksgemak wordt er gebruik gemaakt van een catalogus van mogelijkheden zoals vleermuizen stenen of nokkasten. De catalogus is 1 van de bouwstenen, De provincie verleent dan een gebiedsontheffing voor 10 jaar aan de gemeente. Onder deze paraplu van de gemeentelijke ontheffing kunnen initiatiefnemers vervolgens aan de slag. De invulling van een Soorten-management Plan hangt af van de soorten, het gebied en de ruimtelijke ontwikkeling. Door deze aanpak zijn er vele honderden particuliere aanvragen niet meer nodig en kunnen we beter rekening houden met de verblijfplaats van de dieren De gemeenten zouden juist NU tijdens de lopende energietranisitie hier hun leidende rol in moeten pakken. Anders hebben we straks alle huizen klimaatneutraal maar is er geen vleermuis of gierzwaluw meer te bekennen.

Huismussen zijn koloniebroeders en broeden dus graag met meerdere paartjes dicht bij elkaar. Daarom zitten ze vaak in groepjes onder de dakpannen of in de houtstapel. Ze houden van rommelige tuinen met veel variatie, maar niet zo van hoge bomen. Huismussen zijn standvogels: ze trekken dus niet weg van hun nestplaats zoals de gierzwaluw.

vooruit kijken

Het is helemaal mooi wanneer natuurinclusief gebouwd wordt op basis van een soortenmanagementplan en een gebiedsgerichte ontheffing. Dan is in de ontheffing namelijk al geregeld dat wat nu gebouwd wordt, kan gelden als compensatie voor het toekomstig verlies van verblijven elders binnen het gebied. Op deze manier zijn er al alternatieve verblijfsplaatsen voor vogels en vleermuizen nog voordat deze elders verloren gaan.

Natuurinclusief bouwen is een manier om te voldoen aan de wet Natuurbescherming. Als natuurinclusief gebouwd wordt op basis van een soortenmanagementplan kan dit gelden als compensatie voor het verlies van verblijfplaatsen voor dieren elders binnen het gebied. Men riskeert dan geen boetes of vertraging door stilleggen van werkzaamheden.

Deze nestkast biedt nestgelegenheid aan de grote bonte specht (eventueel ook de middelste bonte specht).Nestkast niet met de voorgeboorde vliegopening naar het zuid/westen en zorg ervoor dat de nestkast niet de hele dag in de zon hangt. Er hoeft geen nestmateriaal toegevoegd te worden.De nestkast op minimaal 2 meter hoogte ophangen langs de bosrand of in het bos.Als de jongen van de specht zijn uitgevlogen hoeft de nestkast niet schoongemaakt te worden, de specht zal waarschijnlijk niet terugkeren naar dezelfde nestkast. De nestkast biedt dan prima broedgelegenheid voor ander vogels zoals spreeuwen en mezen. Als deze laatste vogelsoorten in de nestkast gebroed hebben is het wel raadzaam om de nestkast schoon te maken. Wij adviseren om jaarlijks ook de deugdelijkheid van de ophanging te controleren.

tijdelijke natuur

Tot voor kort werden terreinen natuurloos gehouden om vestiging van beschermde planten en dieren te voorkomen. Dit hoeft niet meer. Met de regeling Tijdelijke natuur kun je op voorhand ontheffing krijgen voor de soorten die zixh mogelijk op dit terrein gaan vestigen. Met deze regeling kan er tijdelijk natuur ontstaan op deze plekken, die anders kaal en onbenut zouden zijn.

Stedenbouwkundigen, architecten, landschapsontwerpers en ecologen werken steeds meer samen om steden en gebouwen te ontwerpen met ruimte voor flora en fauna. Met natuur inclusief bouwen kunnen punten behaald worden bij diverse duurzaamheidscertificeringen.

natuur compenserende maatregelen zoals het plaatsen van platte opbouw vleermuizenkasten voor vleermuizen uit de stedelijke omgeving.

functies versterken elkaar

Natuurinclusief bouwen en ontwerpen gebruikt onder meer de mogelijkheden van daken en gevels. Groene daken en gevels hebben veel voordelen. Ze zorgen voor verkoeling in de zomer, zowel voor het gebouw als voor de stad. En ze
houden in de winter de warmte in het gebouw vast. Groene daken bufferen ook regenwater en zorgen ervoor dat het riool niet overbelast raakt bij hevige regenbuien. Wanneer functies worden gecombineerd, versterken deze elkaar. Zo
leveren zonnepanelen een hoger rendement in combinatie met een groen dak doordat ze minder heet worden.

Wand met neststenen voor koloniebroedende huismussen. Voor bijvoorbeeld mezen werkt het juist nietals nestkasten bij elkaar hangen.

Om welke soorten gaat het?

Vogels

De huismus en de gierzwaluw zijn in Nederland voor nestplaatsen vrijwel volledig afhankelijk van gebouwen.
Andere vogelsoorten, waaronder de spreeuw en kauw maken gebruik van dezelfde nestplaatsen, maar broeden ook op andere plekken, zoals in nestkasten en in boomholtes. De huiszwaluw maakt nesten aan de buitenkant van gebouwen, maar ook aan andere bouwwerken, zoals bruggen. Met name buiten de bebouwde kom maken ook minder algemene soorten, zoals de kerk- en steenuil gebruik van onze gebouwen om te nestelen en te slapen.

Nestkasten ophangen komt vrij nauw. Elke vogel stelt weer andere eisen aan de plaatsing en omgeving van de nestkast. Huismussen zijn koloniebroeders en broeden dus graag met meerdere paartjes dicht bij elkaar. Daarom zitten ze vaak in groepjes onder de dakpannen of in de houtstapel. Ze houden van rommelige tuinen met veel variatie, maar niet zo van hoge bomen. Huismussen zijn standvogels: ze trekken dus niet weg van hun nestplaats zoals de gierzwaluw.

Vleermuizen

Een aantal vleermuissoorten, zoals bijvoorbeeld gewone dwergvleermuis, laatvlieger, gewone grootoorvleermuis
en meervleermuis verblijven graag in onze gebouwen. Zij zijn afhankelijk van ruimtes zoals in de spouw of onder de
dakpannen. Wanneer vleermuizen in winterslaap zijn, of als ze in het voorjaar en zomer jongen hebben, kunnen ze in
groepen in de spouwmuren van huizen zitten. Maar vaak is het een enkel exemplaar dat ons huis gebruikt als slaapplek

Doen:

Houd na renovatie de spouw toegankelijk voor vleermuizen. Open stootvoegen van 15 – 25 mm breed
bieden optimale ruimte voor vleermuizen
Vleermuizen verblijven graag in gebouwen. Bij nieuwbouw kunnen vleermuiskasten heel makkelijk in de gevel worden ingepast. De speciale inbouwvleermuiskasten kunnen zowel zichtbaar als vrijwel onzichtbaar worden ingemetseld in de spouwmuur. Inbouw heeft de voorkeur: het klimaat is dan beter voor de vleermuis. Open dilatatievoegen en de kieren tussen huizen bieden ook een goede paarverblijfplaats voor vleermuizen. De voegen en kieren mogen dan niet worden afgesloten met bijvoorbeeld isolatiemateriaal. Goed voor: Gewone dwergvleermuis, Ruige dwergvleermuis, Laatvlieger, Tweekleurige vleermuis en de Meer vleermuis

‘Laat de mus de kanarie worden van de stad, zie je geen mus dan moet je maken dat je weg komt”

Onno Dwars, CEO van Ballast Nedam

Inbouwstenen voor huismussen worden tegelijk meegenomen. Achter de nestkasten moet voldoende isolatie worden geplaatst om een koudebrug te voorkomen.

Voor de gierzwaluw, huismus en de dwergvleermuis is de stedelijke omgeving een belangrijk leefgebied

Stappenplan naar Natuur Inclusief bouwen

Als je gaat verbouwen kan dat invloed hebben op hun leven, je kan het broeden verstoren of de winterslaap of je kan ze zelfs onbedoeld doden. En dat is volgens de Wet Natuurbescherming verboden. Deze wet beschermt de dieren en hun nest- en verblijfplaatsen. Ook mag je vaste rust- en verblijfplaatsen niet vernielen. En heb je beschermde medebewoners, dan kan je door het invullen van het stappenplan zien wat de maatregelen zijn die je moet nemen. Zeist wil graag dat de huizen, kantoren en andere gebouwen in de gemeente diervriendelijk zijn.

Maatregelen om de biodiversiteit te bevorderen zijn pas functioneel als deze zijn aangepast aan de natuurwwaarde in de directe omgeving van het plangebied.

1. onderzoek

Als gemeente kun je onderzoek laten doen om er achter te komen in welke gebouwen vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen zitten. De Wet natuurbescherming beschermt deze dieren en hun nest- en verblijfplaatsen. Bij renovatie, onderhoud en herontwikkeling van gebouwen komen initiatiefnemers vaak in aanraking met deze beschermde diersoorten. Vanwege de Wet Natuurbescherming moeten gebouweigenaren dan bepaalde voorzorgsmaatregelen nemen. Ze mogen de diersoorten niet opzettelijk verstoren of doden. Ook mogen ze vaste rust- en verblijfplaatsen niet vernielen.

2. soorten management plan ( SMP)

Als gemeente kun je een soortmanagementplan (SMP) opgestellen om te zorgen dat de benodigde werkzaamheden geen vertraging oplopen. Tegelijkertijd blijft de bescherming van kwetsbare diersoorten gewaarborgd. Het Soortmanagementplan bevat onder andere een beschrijving van werkzaamheden aan gebouwen en beschermende maatregelen voor de beschreven diersoorten.

een overizcht van het fauna onderzoek van de gemeente Zeist vindt je op deze kaart Op deze pagina kan je via de kaart zien of er in jouw huis dieren wonen die beschermd zijn. Je kunt er jouw postcode invullen. Ook vind je het soortmanagementplan met daarin veel informatie over de diersoorten en werkzaamheden waar ze last van kunnen hebben.

3. Kaart

De kaart is het resultaat van een ecologisch onderzoek van de hele gemeente waarbij alle beschermde dieren in kaart zijn gebracht. Je kunt zien welke diersoorten in of rondom je huis of gebouw voorkomen. Als je met de cursor (pijltje) op een icoon klikt dan verschijnt er een tekstballon met informatie.

plaats bijenhotels op zonnige plaatsen die weinig wind vangen en dicht bij nectar- en stuifmeeldragende beplanting

NLGreenLabel
Bijenhotels dienen qua opening en diepte te zijn afgestemd op hun toekomstige bewoners. Rafelige randen kunnen de tere vleugels beschadigen. Goedbedoelde bijenhotelsmet dennenappels en wat loos strootjes werken meestal niet.

4. Ontheffing Wet natuurbescherming

Op basis van het soortmanagementplan (SMP) kan er bijvoorbeeld voor huismus, gierzwaluw en gebouwbewonende vleermuizen ontheffing van de Wet natuurbescherming worden aangevraagd. Hierdoor kan de gemeente initiatiefnemers machtigen om gebruik te maken van het SMP. Op die manier kunnen gebouweigenaren noodzakelijke projecten uitvoeren, zonder dat zij daarvoor een ontheffing van de Wet natuurbescherming nodig hebben.

Ruim de helft van de wereldbevolking woont in steden. In Nederland is dat zelfs 70%. Natuur in de wijk is dus belangrijk.

5. Voorwaarden soortmanagementplan

Aan het gebruik van het SMP zitten een aantal voorwaarden:

  • De initiatiefnemer moet gemachtigd zijn door de gemeente.
  • De beoogde werkzaamheden moeten in het SMP staan om onder de ontheffing te vallen.

    Er worden maatregelen getroffen om:
  • De schade aan beschermde diersoorten te beperken.
  • Onvermijdelijke schade extra te herstellen.
  • Deze maatregelen zijn zo ontworpen dat de ontwikkeling zelfs positief is voor de betreffende soorten

Het SMP en de bijbehorende ontheffing maken renovatie ten behoeve van energietransitie, planmatig onderhoud en herontwikkeling tot energiezuinige nieuwbouw mogelijk.

Voor de gierzwaluw, huismus en dwergvleermuis is de stedelijke omgeving een belangrijk leefgebied.

Nieuwe gebouwen kunnen worden voorzien van neststenen voor vogels; een relatief goedkope inpassing die geschikt is voor mussen, gierzwaluwen en spreeuwen. Ook voor vleermuizen kunnen voorzieningen worden ingepast. Tuinen en de openbare ruimte kunnen zo worden ingericht dat allerlei soorten dieren er een thuis vinden. Door natuurinclusief te ontwerpen zorg je dat de stad zich gezond kan ontwikkelen. Elk project(gebied) draagt bij aan een gezond functionerend stedelijk ecosysteem, zorgt voor meer biodiversiteit en een prettig leefklimaat. Het groen en de natuurmaatregelen maken de stad klimaatadaptief, verminderen het hitte-eilandeffect en stimuleren bewoners om te bewegen.

De stad is eingelijk een rotslandschap met een ander soort natuur. ‘Rood’ en ‘Groen’ kunnen daarbij samenwerken.

Gebouw als stedelijke berg
Deze eekhoornkast, gemaakt met behulp van adviezen van Stichting Eekhoornopvang Nederland, wordt door de rode eekhoorn gebruikt als kraamkast maar ook als overwinteringkast. De eekhoornkast heeft een brede ingang. Zo kan de eekhoorn met een jong in zijn bek naar binnen en naar buiten klimmen. De extra rand geeft de eekhoorns meer steun en grip als ze de kast binnengaan. Soms maken ook holenduiven gebruik van deze kast.Plaats de kast op minimaal 4 meter hoogte in een boom op een rustige plats in het bos, in een park of tuin. De eekhoornkast niet met de voorzijde naar het zuid/westen in verband met regeninslag en wind. Eerst moet de ophanglat met behulp van de bijgeleverde bouten en vleugelmoeren op de achterkant van de kast gemonteerd worden. Daarna kan de eekhoornkast aan de boom bevestigd worden. Als nestmateriaal kunt u de kast opvullen met hooi of dor gras.
Plaats de kast op minimaal 4 meter hoogte in een boom op een rustige plats in het bos, in een park of tuin. De eekhoornkast niet met de voorzijde naar het zuid/westen in verband met regeninslag en wind. Eerst moet de ophanglat met behulp van de bijgeleverde bouten en vleugelmoeren op de achterkant van de kast gemonteerd worden. Daarna kan de eekhoornkast aan de boom bevestigd worden. Als nestmateriaal kunt u de kast opvullen met hooi of dor gras.

Wilde bijen en vlinders zijn een belangrijke schakel in onze voedselketen. Zij zorgen voor 60% van de bestuiving van onze groenten en fruit

V.H.G.
gebouw en omgeving: Best Practices’op andere locaties zijn goede voorbeelden, maar niet altijd een-op-een over te nemen. Wil natuurinclusief bouwen werken, dan is het essentieel dat voorzieningen voor fauna aansluiten op de soorten uit de omgeving en dat voedsel en leefgebied nabij zijn. Voor de wilde bij geldt dat een bijenhotel alleen werkt als de bijen ook voedsel kunnen vinden binnen 100 meter van hun nestgelegenheid.

Ongeveer 18% van de wilde bijen maakt gebruik van bijenhotels. Ze kunnen vrijwel allemaal niet steken.

Vaak worden insecten geplaatst op plekken waar voor insecten voldoende voedsel te vinden is, zoals een stadspark, belevingstuin of fleurige wijk.
Insectenhotels zijn een waardevolle plek voor wilde bijen, vlinders, lieveheersbeestjes en andere kleine beestjes om een veilig onderkomen te vinden

Bewoners van een groene, vogel- en vleermuisvriendelijke omgeving voelen zich gezonder en zijn dat ook, zo heeft onderzoek aangetoond.

plaats bijenhotels op zonnige plaatsen die weinig wind vangen en dicht bij nectar- en stuifmeeldragende beplanting

Hulp nodig?

Heb je hulp nodig om jouw gemeente toekomstbehendig te maken? Neem contact op voor een gratis gesprek, dan bespreken we wat je precies nodig hebt.
Gratis gesprek aanvragen

 

You Might Also Like