“Sinds 2014 hebben we hier moestuinbakken” vervolgt Lucia enthousiast. De kinderen vinden de moestuin geweldig. Als we bieten hebben geoogst en deze samen gaan koken, dan vinden ze het heerlijk, terwijl we van hun ouders horen dat ze thuis geen bietjes eten. En twee keer per jaar koken we voor de hele school. In de winter boerenkool en in de zomer andijviestampot.
Lucia, groepsleerkracht

Sinds 2022 ben ik Moestuincoach in de Provincie Limburg, maar ik werk al sinds 1987 met schooltuinprojecten. Ik ben begonnen in Amsterdam bij de Amsterdamse School Werk Tuinen. Dat was mijn eerste baan en het was een wereldbaan, want door deze organisatie kregen alle kinderen in heel Amsterdam een jaartje lang schooltuinen. Zo nam ik de kinderen mee in het zaaien, verzorgen en oogsten van de gewassen. Nog steeds geeft de Gemeente Amsterdam alle kinderen op alle een kans om te tuinieren. Nu ik verhuist ben naar Zuid Limburg wil ik graag deze mentaliteit ook hier creeeren, want ook de kinderen in Limburg weten vaak niet meer waar hun voedsel vandaan komt en hoe je gezond kunt eten.

DUO Onderwijsonderzoek heeft onderzoek gedaan naar schooltuinen in Nederland. Hoeveel leerkrachten hebben toegang tot een schooltuin, wat vinden zij ervan en wat is er nodig om het gebruik te stimuleren?
Wat blijkt? Veel leerkrachten willen dolgraag een schooltuin beginnen, maar ze missen de mogelijkheid. En dat vind ik jammer. Ik ben beschikbaar om scholen te adviseren, maar ook om de schooltuin te realiseren en als moestuincoach bij het begeleiden bij het schooltuinieren. Mijn rol als schooltuin consulent in de gemeente Maasgouw is voor mij een mooi opstapje om gemeentes in Zuid-Limburg ook te ondersteunen bij het realiseren van schooltuinen bij alle basisscholen.

Alliantie Schooltuinen
Sinds de laatste jaren is er weer veel energie bij het schooltuinwerk door de Alliantie Schooltuinen. Zij zetten zich in om elk kind in de basisschooltijd toegang te geven tot een schooltuin. Zelf zaaien, verzorgen en oogsten van fruit, groente en bloemen, draagt bij aan meer kennis over en betrokkenheid bij voeding en natuur. Dat zorgt voor een gezonder voedingspatroon. Een schooltuin aanleggen is dus ontzettend nuttig én leuk.

Voor wie ?
Hoewel moestuinen voor alle groepen interessant zijn, wordt het echte moestuinieren (dus van zaaien tot oogsten) in het algemeen aanbevolen voor kinderen van groep 5/6 of groep 6/7. Je kunt er ook voor kiezen om de tuin zo in te richten dat hij voor alle groepen interessant is, zodat de kinderen er gedurende hun hele schooltijd regelmatig les krijgen.

een plek om te leren over de natuur
Ik zie de moestuin als een plek om te leren over de natuur. Hoe groeit een zaadje uit tot een eetbare groente? Welke rol spelen bodemdiertjes hierbij? Hoe zorg je voor een uitgekomen plantje? En hoe kunnen kinderen genieten van de oogst van hun tuintje? De natuur/tuin vraagt kinderen om aandachtig te ervaren wat ze doen. Hoe pak je een plantje vast? Wat voel je als je hand in de aarde zit? Hoe ruikt een bloem? Hoe smaakt een wortel? Door blootstelling aan de natuur en zorg voor planten ontstaat er binnen het onderwijs meer ruimte voor ontdekking, zintuigelijke ervaringen en gevoel van eigenaarschap.

schooltuinen integraal in het lesprogramma
Het mooiste is het als de moestuinlessen integraal deel uitmaken van het lesprogramma, zoals Growwizzkid op basisschool Reuzepas. Dan komt het er niet ‘ook nog eens bij’, maar worden de mogelijkheden volop benut. Groei, bloei en andere natuurprocessen liggen voor de hand, maar ook binnen rekenen en taal zijn veel mogelijkheden. Dankzij deze dwarsverbanden blijft kennis beter handen.
- Rekenen: Oppervlakte en afstanden meten van allerlei groottes in de tuin, benodigde hoeveelheden zaad/plantjes, regenval in mm en liters (regenmeter).
- Taal: Namen van gereedschappen, planten en dieren; uitdrukkingen zoals aardappels poten, bonen leggen en radijs zaaien, kinderboeken waar tuinen een rol in spelen, liedjes, gedichten.
- Wereldoriëntatie: Veel gewassen komen uit andere landen en werelddelen. Waar komt die oer-Hollandse aardappel eigenlijk vandaan?
- Zintuigen trainen: Kijken, voelen (grond, diertjes, planten); horen (insecten, vogels); ruiken (kruiden, bloemen) en proeven natuurlijk.
- Beweging: Alle spieren worden tijdens het tuinieren gebruikt!

tips
- Ontdek hoe verschillend zaden zijn, bijvoorbeeld met een zadenles. Gebruik hierbij zaden die ook in de moestuin gebruikt worden.
- Zaai de zaden vervolgens in de klas. Sommige ontwikkelen zich snel, andere langzaam. Elke kiemplant is anders!
- Onderzoek verschillende grondsoorten (leuke proefjes mogelijk).
- Ervaar dat oogsten het prettige resultaat is van veel werk (zaaien, planten, water geven, wieden en nog eens wieden).
- Volg de groei met foto’s en tekeningen, zoals de zonnebloem die ver boven de kinderen uit groeit. Aardappeloogst tellen, gewicht van pompoenen raden en wegen.
- Gebruik ( of maak met de kinderen ) een regenmeter: 1 mm in de meter is 1 liter regen per m2

moestuinieren kan overal en op elke schaal
Tuinieren bij school heeft het grote voordeel dat het dichtbij is. Zoek een rustige plek in de zon (minimaal 6 uur per dag), uit de loop van spelende kinderen (voetballen!). Let op dat er geen regenwater blijft staan en liefst met ‘zwarte’ grond. Een zonnige patio is misschien geschikt en ook minder kwetsbaar voor vandalisme.

Je kunt kiezen voor kleine tuintjes (3 à 4 m2 ) met 1 of 2 kinderen. Met moestuinbakken kan dat nog minder zijn (1 m2). Traditioneel zijn rechthoekige bedjes, maar je kunt ook een cirkelvorm (tuintjes in taartpunten) of een tuin voor de hele groep maken. Individuele tuintjes verhogen het gevoel van
‘eigenaarschap’. Kinderen voelen zich verantwoordelijk voor hun eigen tuin. Een tuin voor de hele groep is minder kwetsbaar, vaak soortenrijker en spannender. Meerjarige planten, zoals rabarber, aardbeien en fruitbomen kunnen makkelijker een plekje krijgen

bakken
Moestuinbakken zijn handig als de grond bij school niet geschikt is of bij ruimtegebrek. Ze kunnen als compleet bouwpakket geleverd worden maar je kun ze ook zelf (laten) timmeren, kies dan wel onbehandeld hout. De bakken zijn ingedeeld in vakken, per vak één gewas. Heel overzichtelijk! Met een verhoogde bak kunnen kinderen vanuit een rolstoel tuinieren. Zet bakken zo neer dat de kinderen overal goed bij kunnen, maak eventueel een smallere bak (60 cm).

Vooral bakken zijn kwetsbaar voor uitdroging. Water geven is een belangrijke en leuke activiteit. Een buitenkraan, pomp of regenton scheelt veel geklieder in school.
Als er weinig ruimte is, kijk dan of er buiten het schoolterrein mogelijkheden zijn (een aangrenzend plantsoentje bijvoorbeeld). De gemeente is vaak bereid mee te denken.

Tuinieren doe je met hoofd, hart en handen
Het is wetenschappelijk aangetoond; moestuinieren draagt bij aan een positieve houding van kinderen tegenover gezond voedsel. Het zelfgekweekte worteltje of radijsje wil je natuurlijk ook wel eens proeven. Tuinieren doe je met hoofd, hart en handen. Een geweldige belevenis voor de hele klas om het hele proces van zaaien tot oogsten tot een smakelijk einde te brengen.
tips voor schooltuinieren
- Maak de bedden niet te breed (max. ca. 80 cm), zodat de kinderen overal gemakkelijk bij kunnen. Zorg voor duidelijke paadjes, niet te smal en niet te breed.
- Deel de tuin (behalve de meerjarige planten) jaarlijks anders in, deze ‘vruchtwisseling’ zorgt voor minder plantenziekten.
- In een kasje kunnen warmteliefhebbers zoals tomaten, paprika’s en pepers goed groeien.
- Reuzehandig is een voorbeeldtuintje, waar alle werkzaamheden gedemonstreerd kunnen worden

Landelijke ondersteuning, digitaal
Juf Lucia
- Smaakmissie Moestuin; Digitaal lesprogramma. Bedoeld voor groep 1-4. Weinig ruimte nodig. Gratis lesprogramma. Kosten: plantjes en eventueel bakken.
- De smakelijke moestuinen Zeer compleet programma, speciaal ontwikkeld voor de kinderopvang.
- De Makkelijke Moestuin; Gericht op iedereen die simpel met moestuinieren wil beginnen. Kinderen kunnen met enige begeleiding zelfstandig werken in hun Makkelijke Moestuin, m.b.v. app, website en kindermoestuinboek. Geleverd kunnen worden: houten bakken, grondmengsel, compost en verschillende zadenpakketten.
- Onderzoekend tuinieren De schooltuin als uitgangspunt voor concrete leerervaringen op het gebied van natuur, wetenschap en techniek. Lespakket inclusief zadenpakket, leerkrachthandboek, leerlingtuinboeken, startbegeleiding.
- Moesie de MoestuinCoach Project van kenniscentrum De Cruydthof te Tricht. Mini- en maximoestuinen ‘voor kinderen en voor grote mensen’. 10 verschillende soorten zaden, instructie per e-book.

welke groente kies je?
Om de moestuin tot een succes te maken moet je aan allerlei dingen denken. Het weer heb je niet in de
hand maar de keuze van de gewassen wel. Als je veel verschillende soorten kweekt is er altijd wel
iets dat het goed doet.

succes nummers
- Soorten die onder (bijna) alle omstandigheden goed groeien en tegen een stootje kunnen. Klassiekers zijn: worteltjes, sla, uien, bietjes en sperziebonen.
- Spectaculaire groeiers oogsten verbazing alom! Hoge zonnebloemen, suikermais, grote pompoenen en courgettes. Vergeet ook aardappels niet: één pootaardappel levert wel 10 of meer piepers op!
- Snelle successen, zoals radijs, tuinkers (zaaien in een letter of hartjesvorm).
- Lekkere groente waar je op school soep of pizza mee kunt maken: wortelen, ui, prei, bonen.
- Op een beschutte plek of in een kasje kun je ook tomaten, paprika’s of rode
- pepers kweken.
- Tuinkruiden, zoals peterselie, bieslook, lavas, tijm verdienen een eigen plekje.

tips
- Allerlei groenten kun je zelf uit zaad opkweken of als plantjes kopen. Ook courgettes en pompoenen kunnen prima in de klas voorgezaaid worden. Een mix van zaaien en planten spreidt het risico.
- Vaste planten zoals rabarber, aardbeien of een appelboom kunnen jaren op dezelfde plek staan. Ze delen de tuin meteen in. Bessenstruiken vormen een mooie afscheiding, net als druiven langs het hek.
- Een plattegrond/ teeltschema met ‘Wat, Waar en Wanneer’ er gezaaid wordt is onmisbaar. Houd dat samen met de kinderen bij!
- Houd rekening met zaai- en planttijden (nachtvorst) en met de schoolvakanties.
- Kies soorten die voor of na de zomervakantie te oogsten zijn of zorg ervoor dat de tuin in de zomervakantie verzorgd wordt

toppers
- Aardappel
- Ui
- Worteltjes
- Sla/andijvie
- Rode biet
- Radijs
- Boerenkool/palmkool
- Sperzie- of snijbonen
- Suikermais
- Courgette
- Pompoen
- Goudsbloem
- Zinnia
- Cosmea
- Oost-Indische kers

Materiaal en gereedschap
Gereedschap gebruik je om de grond los te maken, onkruid te wieden en om te planten. Kies voor kwalitatief goed gereedschap, dat prettig in een kinderhand past. Denk aan: schepjes (voor het uitplanten), schrepels (handhak), of drietandjes (om de grond los te maken), emmers om onkruid
in te verzamelen en gieters met sproeikoppen om de plantjes water te geven. Ander tuingereedschap dat van pas kan komen: een of meer spaden (als er omgespit moet worden), cultivator of hark (om de grond fijn te maken), kruiwagen(s) en vergeet niet een composthoop in te richten of een wormenhotel.

opbergen
Berg het gereedschap op in een droge schuur of andere veilige plek. Als alles een vaste plek heeft, zie je snel of er iets ontbreekt. Maak het na gebruik schoon met een harde borstel. Voor de winter zorgvuldig schoonmaken en invetten met een beetje lijn- of zonnebloemolie.

zaden en plantjes
Kies bij voorkeur voor biologisch zaad en plantgoed. Biologische zaden worden niet behandeld met bijvoorbeeld schimmelwerende of kiemremmende middelen. Deze chemische stoffen hopen zich op in de voedselketen (bloemen-bijen-vogels-roofvogels).

tips
- Kies gereedschap dat goed hanteerbaar is voor kinderen.
- Gebruik liever handgereedschap dan schoffels en harken met een lange steel, daarmee gebeuren eerder ongelukken.
- Zorg ervoor dat na de les alles weer terug komt en schoon opgeborgen wordt.
- Gieters met 2,5 of max. 5 liter inhoud zijn groot genoeg, anders wordt het zwaar tillen.
- Geef geen water als de zon volop op de planten schijnt, maar liefst ‘s ochtends.
- Met een broes (sproeikop) imiteer je een regenbui, kleine plantjes kunnen niet tegen een harde straal.

de bodem is de basis
Planten groeien pas goed als de bodem in orde is. De grond moet los en goed te bewerken zijn, voldoende voedsel voor de planten bevatten en niet te droog of te nat zijn. De grond mag uiteraard niet vervuild zijn. Als daar twijfels over bestaan kan dit nagevraagd worden bij de gemeente. Hetzelfde geldt voor leidingen en kabels. Besteed daar dus aandacht aan voor je gaat zaaien of planten.

bodemdieren
Bodemdieren zoals regenwormen, duizendpoten en pissebedden zorgen ervoor – samen met allerlei bacteriën en schimmels – dat plantenresten worden afgebroken. De vrijkomende voedingsstoffen zijn weer voedsel voor nieuwe planten. Wormen graven gangetjes en brengen zo lucht in de bodem. Samen
verzetten de bodemdieren veel werk, koester ze!

compost
Composteren is het omzetten van plantaardig ‘afval’ in waardevolle humus, die de bodem weer verbetert. Een prachtig kringloopproces. Compost maken gaat niet vanzelf, maar is de moeite waard om je in te
verdiepen.

tips
- De eerste grondbewerking kun je het beste laten uitvoeren door volwassenen met tuinervaring. Verwijder daarna zo goed mogelijk de wortels van ‘wortelonkruiden’ zoals kweek of zevenblad. De kinderen kunnen daar prima mee helpen.
- Zandgrond is van zichzelf snel droog, breng er compost op aan, dat houdt het vocht vast.
- Kleigrond wil wel eens erg hard zijn. Die structuur kun je verbeteren door zand en/ of compost toe te voegen.
- Besteed eens aandacht aan bodemdieren. Zie de bodemdierendagen.
- Om te bepalen of de grond voldoende voeding bevat kun je, tegen betaling, een bemestingsadvies aanvragen. Hiervoor stuur je wat grond op en krijg je vervolgens een schriftelijk advies voor evenwichtige bemesting

helpers en plagers
Een gezonde bodem en sterke planten voorkomen ziekten en plagen het beste. Toch mislukt er
altijd wel iets, het ene jaar meer dan het andere. Als je veel verschillende gewassen teelt, dan
spreid je het risico.

helpers
Helpers
Lieveheersbeestjes en hun larven zijn dol op luizen. Ook bijen zijn van harte welkom op de moestuin, ze helpen bij de bestuiving. Misschien kan een imker zijn kasten met honingbijen in de buurt plaatsen en meteen een bijenles verzorgen. Nuttige insecten (en vlinders) kun je lokken door bloemen te
zaaien zoals goudsbloemen, zonnebloemen en cosmea.

plagers
Slakken zijn gek op sla, coloradokevers lusten ‘onze’ aardappels, de rupsen van koolwitjes (vlinders) knabbelen graag aan de koolplanten. Wegvangen en ergens anders vrijlaten is de sympathiekste methode om ze kwijt te raken. Chemische bestrijdingsmiddelen horen niet in een (kinder-)tuin. Bescherm zaailingen en jonge planten door ze af te dekken, eventueel met netten. Om te voorkomen dat vogels daarin vast komen te zitten, kun je beter blauwe netten kiezen dan groene of zwarte.

tips
- Maak de tuin aantrekkelijk voor insecteneters. Hang bijvoorbeeld nestkasten voor vogels op en maak een hoop met takken en blad voor egels. Egels en vogels eten
- Om wilde bijen te lokken kun je een bijenhotel maken.
- Bescherm zaailingen, bijvoorbeeld met een plastic kapje.
- Kies liefst ‘enkele’ in plaats van ‘dubbele’ bloemen. ‘Enkele’ bloemen bevatten meer stuifmeel en nectar voor insecten.
- Geurende planten houden belagers vaak op afstand. Plant bijvoorbeeld afrikaantjes tussen de aardappels en koriander of dille tussen de kool.
- Omgebogen gaas rond een bedje of oude vorken in de grond
- houdt katten uit de buurt.

van zaaien tot oogsten
In de tuin maak je de seizoenen heel bewust mee. Van de eerste koude voorjaarsdagen waarin je de grond bewerkt tot de herfst waarin de tuin na de laatste oogst weer leeg raakt.

Zaaien en planten
Zaaien is een precies karweitje en voor veel kinderen best lastig, doe het voor. Zaai in onkruidvrij gemaakte grond. Markeer de rijtjes met stokjes, een touwtje erboven of licht zand in het geultje. Dat helpt om straks de kiemplanten te herkennen: een rijtje dezelfde plantjes is vast het gezaaide! Niet alles hoeft gezaaid te worden: plantjes van kool, sla en andijvie kun je kopen op de markt of in een tuincentrum. Het ziet er meteen leuk uit en de kans op mislukking is kleiner

wieden
Behalve het gezaaide gaan er ook ongewenste planten, ‘onkruid’, groeien. Dat moet regelmatig weggehaald worden, anders overgroeit het de rest. Wieden van kleine plantjes kan het beste met de hand gebeuren, later met een handhakje (schrepel). Onkruid verzamel je (met wortel en
zonder aarde) in een emmer en gooi je later op de composthoop.

oogst
Verzorgen van de tuin is leuk, maar het draait om de oogst! Je kunt de oogst:
• Op school verwerken (salade, soep, kruidenboter, jam).
• Mee naar huis geven, samen met lekkere recepten.
• Op het schoolplein verkopen in een groentekraam. Kinderen worden zich meteen bewust van de waarde van hun groente. Van het geld kunnen weer zaden worden gekocht.

winterklaar
Tuinier je in de volle grond, maak dan in de herfst de grond onkruidvrij en zaai een groenbemester in,
bijvoorbeeld winterrogge of luzerne. Groenbemesters verbeteren de bodem en remmen onkruidgroei.
In het vroege voorjaar wordt alles ondergespit. Tuinier je in bakken dan kun je volgend jaar beter met verse grond beginnen.

tips
- Houd logboekjes bij met verslagjes, foto’s en tekeningen.
- Fijn zaad (zoals van worteltjes) kun je mengen met vochtig zand, dan is het makkelijker te verdelen.
- Zorg ervoor dat er regelmatig iets te oogsten valt (in bakjes of manden).
- Modderige groente met beestjes wordt thuis vaak weggegooid, geef daarom
- redelijk schone groente mee.
- Vier een oogstfeest als er veel te oogsten valt (meestal kort voor en
- na de zomervakantie). Bijvoorbeeld met een proeverij van zelf klaargemaakte lekkernijen uit de tuin.

de smaak te pakken
De schooltuin hoeft natuurlijk niet beperkt te blijven tot een moestuin met alleen groente. Bloemen maken de tuin aantrekkelijker voor onszelf maar ook voor insecten en vogels. De moestuin kan ook deel uitmaken van een grotere schooltuin, waar naast moestuingewassen en bloemen ook andere
planten groeien.

een groen schoolplein
Je kunt ook het hele schoolplein vergroenen. Daarbij kun je naast het moestuinieren ook denken aan natuurlijk spelen en natuureducatie. Het verhoogt de schoonheid van het schoolterrein, daagt kinderen uit tot veel diverser spel en biedt een omgeving voor buitenlessen.

tips
- De tuin kan ook de aanleiding zijn voor excursies naar tuinderijen, andere (moes)tuinen, of voor kook- en smaaklessen.
- • Het programma Jong leren Eten biedt subsidiemogelijkheden voor moestuinieren, kooklessen en bezoek aan een educatieboer. Maak daar gebruik van!

Jong leren eten
Het programma Jong Leren Eten begeeft zich op het snijvlak van gezondheidseducatie en
natuur- en milieueducatie. Jong Leren Eten hecht, naast gangbare lessen over gezonde en duurzame voeding, veel waarde aan de combinatie met activiteiten buiten het klaslokaal of de school. Educatief aanbod vanuit Gezonde school, Smaaklessen, EU-Schoolfruit, de Gezonde Schoolkantine, boerderijbezoek, schooltuinen, excursies en kooklessen. Ervaringsgericht leren met praktische vaardigheden verdiept immers de kennis van de leerlingen en maakt die kennis voor hun toepasbaar. In elke provincie zijn Jong Leren Eten-makelaars actief die samenwerken met Gezonde
School-adviseurs; zij zorgen samen voor herkenbare regionale acenten.

Lekker naar buiten
Ik werkt samen met verschillende organisaties die helpen met geldverstrekking voor het opzetten van een moestuin of het betalen van van moestuinlessen. Via een stimuleringsbijdrage Lekker naar buiten! van Jong Leren Eten kunnen basisscholen in maart en september geld aanvragen die ze kunnen gebruiken voor het inhuren van mijn ondersteuning. De aanvraag hiervoor gaat via mijngezondeschool . Scholen die de stimulering aanvragen kunnen maximaal €2000,- krijgen per aanvraag.

iedereen heeft recht op moestuinieren
In Zuidlimburg ben ik bezig met het structureel opzetten van moestuineducatie voor meerdere basisscholen binnen verschillende Gemeenten iN Zuid-Limburg. Samen met Brede School wil ik moestuinlessen onderdeel maken van het Brede School aanbod. Op die manier wordt het voor kinderen en scholen gratis om van moestuineducatie gebruik te maken. Echter krijgen we het financiële plaatje nog niet rond. Heb je een tip of wil je meer informatie? Mail dan naar info@rudyklaassen.n

