Door de verandering van het klimaat wisselen periodes van extreme droogte en wateroverlast elkaar steeds vaker af. De droge zomers en overstromingen van de afgelopen jaren hebben ons met de neus op de feiten gedrukt. We moeten anders met water omgaan. In plaats van water snel afvoeren, is het van belang om het op te vangen en vast te houden. De natuur kan ons hierbij helpen.

Dan moeten we de natuur alleen wel de ruimte geven om als spons te fungeren. Door dit in je eigen tuin te realiseren creeer je ook meer biodiversiteit in je tuin en in de buurt en gaat je bodemleven er ook nog eens op vooruit. Dat levert mooie stadsnatuur op! Hoe wil jij dat de wereld er uit komt te zien?

te vinden zijn. Het is ook mogelijk om ze op een natuurlijke manier op geënte boomstammen in de tuin te telen.
1. Plaats een regenton
Laat al dat kostbare water niet zomaar via de regenpijp in het riool verdwijnen. Vang het op in een regenton voor drogere tijden. Eingelijk is het ook zonde om drinkwater te gebruiken voor je tuin. Planten doen het prima of zelfs beter op regenwater doordat er minder kalk in zit. Als je nu aan de slag gaat, staat alles mooi klaar om bij de eerstvolgende stortbui liters water op te vangen.

2. Doe de verstenings-check
Nederland heeft in totaal 3 miljard m2 tuin. Dat lijkt veel, maar 1,4 miljard m2, dus bijna de helft van de totale oppervlakte tuin is niet groen. Daar kan het regenwater niet de grond in zakken. Als je niet uitkijkt, stroomt het water zo het riool in en droogt je tuin uit. Vergroen je tuin en vang op die manier het water op, net als een spons. Haal er wat tegels uit, iedere m2 telt!

3. Leg een vijver aan
Een vijver vangt water op en houdt het vast. Oftewel, een vijver helpt enorm om je tuin klimaatproof te maken. Ook geeft een vijver een enorme boost aan de biodiversiteit in je tuin. Al is een vijver nog zo klein, er komt een heleboel leven op af. Het lijkt veel werk, maar dat valt reuze mee. Ook als je niet zoveel ruimte hebt, zijn er genoeg mogelijkheden.

4. Plant een boom of struik
Met al die hete zomers achter de rug snakken jij en je tuinbewoners vast wel naar wat meer schaduw in de tuin. Heb je voldoende ruimte, dan kun je met een boom of grote struik een lekkere koele plek creeeren. Dat kan soms wel 10 graden schelen. Bomen en struiken vangen regenwater op dat langzaam naar beneden druppelt. Houd altijd wat ruimte vrij rond de boom en leg er vooral geen tegels. Het regenwater trekt dan gemakkelijk de grond in. Ook als je weinig ruimte hebt kun je vergroenen!

5. Composteer!
Als je zelf compost maakt, komt de grond in je tuin meer en meer tot leven. Dit is belangrijk want een levende bodem houdt water langer vast. Verzamel in de herfst goed verteerbare bladeren en maak er een berg van in de hoek van de tuin. Al vrijsnel zal de hoop vol regenwormen, andere diertjes en schimmels zitten. Ze breken de bladeren in minder dan 1 jaar af tot rulle, vruchtbare aarde. Ideaal als mulch ( bodembedekker) en om je planten te voeden. En onthoudt: afval bestaat niet!

of begin een composthoop! Kies een geschikte plek, het liefst in de halfschaduw met enkele uren zon. Gooi de groente- fruit en tuinafval op een hoop of in een compostbak of vat. Gebruik geen gekookt voedsel, botten en vlees. Zorg dat het afval niet te grof is. Takken knip je in kleine stukjes. Meng groente- , fruit- en tuinafval en gras met droog materiaal als takjes, stro en bladeren. Zo krijg je en voedsel en structuur in de composthoop. Schep de compost ieder jaar even om.
6. Bedek de bodem
Zorg dat de bodem niet uitdroogt door een laag compost of maaisel op de kale grond te strooien. Je kunt er ook een bodembedekker laten groeien. Of laat wat tuinafval tussen de planten liggen. Door je tuin zo te ‘mulchen‘ bescherm je de bodem tegen uitdrogen en voed je deze tegelijkertijd op een natuurlijke manier. Knip takjes en bladeren fijn. Alle ijverige wormen, pissenbedden en andere opruimers doen de rest. Onkruid krijgt zo ook minder kans. Voor merels, heggemus en roodborst is zo’n strooisellaag een gedekte tafel vool lekkere insecten en spinnetjes.

7. Kies de juiste planten
Voor planten kies je voor inheems. Tuincentra zijn vaak niet de juiste plekken, maar er zijn wel ecologische kwekerijen waar je de biodiversiteit van je tuin kunt verhogen. Inheemse planten zijn beter afgestemd op het ritme van de Nederlandse natuur. Je kunt ook kiezen voor een eetbare tuin, daar mee help je ook het klimaat!

8. Maak een groen dak
Heb je een schuurtje, hout- of fietsenhok? Dat is ideaal voor een groen dak. Sedums zijn zeer geschikt omdat ze water opslaan en extreem goed tegen hitte kunnen. En zo’n groen dak ziet er niet alleen mooi uit, je helpt er oook de vlinders en bijen mee.
Voordelen van een groen dak zijn:
- Vangt water op, zodat het niet rechtstreeks wegstroomt via de regenpijp het riool in.
- Heeft een verkoelend effect. Een zwarte vlak absorbeert namelijk meer warmte
- Verhoogt de biodiversiteit in je tuin. Vooral als je er aantrekkelijke nectarplanten op zet.

9. Maak van je gazon een bloemenweide
Gras heeft korte wortels en is afhankelijk van water. Door alle droge en warme periodes heeft gras het steeds moeilijker. Neem vooral afscheid van dat keurige gazon en ga voor planten als klaver, tijm ooievaarsbek of madelief. Die hebben een stuk minder water nodig dan gras. Als je je gazon wat meer met rust laat, komen deze plantjes er vanzelf. De insecten en vogels zullen je dankbaar zijn! En je gazon bufferd meer regenwater op deze manier!

10. En nu de hele buurt
Wat in de tuin kan, kan ook in de buurt; zorg voor meer groen en minder steen! Hou regenwater langer vast en laat het niet rechtstreeks naar het riool stromen. Maak je buurt beter bestand tegen droogte en wateroverlast. Dat is goed voor de natuur en voor de buurtgenoten. Dus mobiliseer een paar buren en ga lekker samen aan de slag. Maak je buurt natuurinclusief!

- maak een geveltuintje: Haal een paar stenen weg en plant klimplanten , zoals klimop of klimhortensia. Het water stroomt dan niet direct naar het riool. En het ziet er meteen een stuk leuker uit.
- boomspiegel vergroenen: Zet bloemen of planten in de aarde rondom een boom. Deze houden het water vast en het is ook goed voor de biodiversiteit. Vlinders en bijen zullen je dankbaar zijn.
- plant een maai me niet: Ken je een plek die wat minder gemaaid zou mogen worden ? Een stuk berm langs een weg, parkeerplaats of pad, waar de natuur lekker zijn gang moet gaan? Met een maai-me-niet je laat je zien dat je graag ruimte laat voor al die bloemen, insecten en andere dieren.
- Wie weet zijn er bij jouw gemeente wel subsidies om je buurt of tuin te vergroenen. Er kan vaak meer dan je denkt. Informeer bij je gemeente over de mogelijkheden om met de buurt een groenstrook of een stukje grond dat niet wordt gebruikt in te zaaien.
