Je mag zeker eerst wel eens je gedachten de vrije loop laten. Wat zou je met de tuin doen, als er geen praktische bezwaren waren? Dit is dromen of brainstormen. Wat zijn je doelen, je vurige wensen , je behoeften, de rode draad, je prioriteiten? Wat is de mooiste tuin die er is? Zijn kruiden jouw ding, om mee te koken of om geneeskrachtige thee te maken? Of vers fruit plukken, is dat het? Wijn maken van je eigen druiven? Bloemboeketten maken? In het vervolg van je ontwerp proces komen er nog genoeg momenten waarop je je dromen kunt bijstellen, maar laat ze vooral eerst goed opbloeien.
wishlist
Bedenk eens op je gemak hoe je tuin in het dagelijkse leven graag gebruikt. Wil je keukenkruiden binnen handbereik? Hoe ziet een plekje in een tuin er uit waar jij graag zit? Zijn verhoogde bedden handig? Komt er een schuurtje, een speelhuisje voor de kinderen, een kippenren of geiten wei, of een ander bouwsel?
Volg natuurlijke patronen om de stroom van voedingsstoffen en de interactie tussen planten, mensen en andere dieren zo efficiënt te maken als ze in de natuur zijn.
ontwerp van patroon naar detail
leer de groeicondities van je tuin kennen.
Het is belangrijk om te observeren hoe je tuin in elkaar zit en welke omstandigheden er gelden. Daarna kun je op basis van je locatie, je behoeften en je observaties van het terrein je wensen en doelen bepalen. Vervolgens kun je spelenderwijs schuiven met onderdelen om ze op elkaar te laten aansluiten.
locatie observatie
Ga naar buiten en zoek een plek op in de tuin waar je het overzicht hebt en ga kijken en luisteren, voelen & schetsen als je wilt. Bij observeren gaat het echt om het pure waarnemen. Je hoeft niet in te kleuren met een betekenis of een oordeel. Het maakt niet uit hoeveel of weinig je waarneemt, hoe goed of hoe slecht het naar jouw idee gaat. Het gaat gewoon puur om wat je nu waarneemt. Probeer dus zo min mogelijk te interpreteren. Focus op kijken, luisteren…..zet je zintuigen aan!
seizoenen
Als tuinier weet je natuurlijk al dat de breedtegraad de hoeveelheid daglicht in de loop van het seizoen bepaalt, en dus hoeveel zonlicht je tuin steeds krijgt. De baan die de zon trekt op de zonnewende van 21 december en 21 juni en op de equinox van 21 maart en 21 oktober, zijn belangrijke gegevens voor je ontwerp. Bij ons staat de zon in de winter heel laag, waardoor er andere schaduwen vallen dan in de zomer. In principe valt er veel meer schaduw in de winter, dus het kan zijn dat je obstakels weg wilt halen om meer licht te vangen. Het groeiseizoen is hier ook een stuk korter dan in zuidelijke streken. Een kas of een serre kan uitkomt bieden voor gevoelige planten en om vroeg in het voorjaar plantjes alvast op te kweken.
input en output
De natuur is opgebouwd uit relaties, als een netwerk, waarin deelnemers waar mogelijk profiteren van elkaars nabijheid. Het afval dat de ene deelnemer achter laat kan voorzien in een levensbehoefte van een andere deelnemer. Hiervan zien we een prachtig voorbeeld in compost: plantenresten worden omgezet in plantenvoeding door allerlei beestjes. Zo kennen die beestjes en de planten een relatie die wederzijds gunstig is (symbiotisch)
In een ontwerp betrekken we elk element in werkzame verbanden, zodat de behoeften van het ene element worden vervuld door de opbrengsten uit andere elementen
Bill Mollison en Reny Mia Slay
kringloop-tuinieren
Om afval te vermijden moet je de kringlopen sluiten. Daarmee creëer je een efficiënt systeem. Je bouwt deze kringlopen zoveel mogelijk in je ontwerp in. In je tuin zijn behoeften (input) gekoppeld aan opbrengsten (output). Voor ons als tuinier is de belangrijkste koppeling natuurlijk dat de opbrengsten van de moestuin voorzien in de behoefte aan eten in het huishouden. Maar er zijn nog veel meer passende schakels te maken. Huishoudelijk grijs water bijvoorbeeld kan fruitbomen en bamboe irrigeren. Urine ( van de wormen) kan verdund dienen als voedingsstof voor de tuin. Na het oogsten van je eten en het snijden van boeketten kun je de overblijvende stengels, schillen, klokhuizen en bladeren composteren of aan de kippen en eenden voeren. Bokashi is ook een optie (fermenteren)
alles begint met een goede bodem
Tuinieren doe je in aarde, in grond. Zonder goede aarde krijg je geen gezond voedsel. Gelukkig kun je invloed uitoefenen op het karakter van je grond. Je weet vast al wel de bodemsoort waar je tuin op staat; zand, klei, leem of loss. Een exacter plaatje krijg je als je een bodemonderzoek laat uitvoeren. Zo kom je te weten welke mineralen er voorradig zijn, wat de PH ( zuurgraad) is en of er vervuiling heeft plaats gevonden.
Organische stof is het plantaardige deel van elk grondtype; het is belangrijk omdat het vocht en mineralen vasthoudt en helpt om ruimte te behouden tussen de zwaardere klei-, zand- en slibdeeltjes in de bodem.
zones & sectoren
Om de geschikte plek te bepalen in je ontwerp voor planten en voor bouwwerken, is het begrip ‘zones‘ ontwikkeld. Dit klinkt misschien een beetje technisch, maar het is een handige tool die je helpen bij het organiseren van ideeën.
sectoren
Sectoren zijn invloeden van buitenaf waar je niets aan kunt veranderen. Bijvoorbeeld zon & wind, maar ook een snelweg naast je tuin. Het is een hulpmiddel om de wisselwerking van invloeden tussen je tuin en je omgeving te bepalen. De heersende windrichting is een sector. Sommige krachten van buitenaf zijn welkom zoals een verkoelend briesje en zonlicht in februari, terwijl andere vragen om afscherming, zoals koude oostenwind en fijn stof. Nemen we een tuin aan zee dan is zoute lucht een sector, net als de middelende werking van de temperatuur van het zeewater. Meer landinwaarts is er drogere wind en schommelt de temperatuur sterker. Als er in de buurt een ruig terrein is met allemaal wilde bestuivers, dan is dat ook een sector, net als een doorgangsroute voor bepaalde fauna. Ook planologische afspraken zijn sectoren, zoals het bestemmingsplan dat voor het terrein geldt, of een regeling die stelt hoe hoog een schutting in jouw gemeente mag zijn.
zones
Het is bij het maken van een ruwe opzet voor je tuin zijn zones een handige analyse-instrument. Er zijn 6 verschillende zones op een glijdende schaal van 0 t/m 5. Net zoals kringen die naar buiten bewegen als je een steentje in het water laat vallen, zo is zone 1 voor jou een centrum van aandacht en activiteit, terwijl zone 4 voor je gevoel ver weg is. Alleen zijn de zones in een tuin of in een landschap geen cirkels, maar locaties en routes waarlangs je in het dagelijks leven beweegt.
Ontwerpen aan de hand van zones betekent dat je elementen en plaatsen kunt toewijzen op basis van hoe vaak je ze wilt gebruiken en hoeveel tijd en aandacht je ze moet geven. In de gemiddelde achtertuin zal een analyse vooral de zones 0,1 en 2 laten zien. In deze schematische weergave wordt met zone 0 jouw eigen persoon bedoeld, samen met de plek of plekken die je als je thuis ziet.
zone 0, dat ben jij
Zone 0 laat het ontwerpproces bij ons zelf beginnen, zodat we niet vergeten ons innerlijke landschap te observeren. Want je persoonlijke waarden, je behoeften, wat je fijn vindt en waar je niet van houdt, dat heeft allemaal invloed op je ontwerp en de uitvoering. Zulke aspecten zijn onzichtbaar, maar in een ontwerp worden ze door je daar bewust van te maken en ze mee te laten wegen wel een factor en je maakt ze in zone 0 zichtbaar. Zo houd je de levenslust en de creativiteit er in, want je zorgt goed voor je zelf, als een levend element in het ontwerp.
Als we niet voldoende voor ons zelf zorgen, dan wordt het moeilijk om voor een tuin te zorgen
Bonita Ford
functioneel schetsen
Het grote verhaal opdelen in hapklare brokken, dat is natuurlijk de volgende stap, om je dromen in de werkelijkheid te gieten. Die werkelijkheid heb je goed geobserveerd, dus je bent er al aardig bekend mee. Als je de grote lijnen trekt in je ontwerp, houd je rekening met de ontwerpzones. Wat op je wensenlijstje staat (compostbak, kippen of andere dieren, boomgaard, kwekerij, fietsenschuur, vijver, serre, noem maar op….) moet namelijk wel in de juiste zone terecht komen om je dromen realistisch vorm te geven.
Schuif gerust heen en weer met onderdelen. de analyse van input en output kan je in deze fase goed helpen. Daarmee ga je lang zaamaan zien welke koppelingen voor de hand liggen tussen behoeften van levende en niet levende elementen. Vergeet niet die van je zelf; als je graag ’s ochtends in de zon zit, noteer of teken dan “ochtendzon gewenst”
het is een samenspel
Kijk nog eens naar de gelaagdheid waar je de hogere bomen zet, fruitstruiken, bodembedekkers, bedden met eenjarige en meerjarige groentes, klimmers en paddenstoelen. Maar vooral: hoe werken die systemen op elkaar in? Hoe laat je ze elkaar versterken? Zo heb je bijvoorbeeld bamboe gekozen i.p.v. een schutting omdat deze plant ook kan worden gebruikt als bouw element en voedsel.
Ontwerpschets
In deze fase maak je een scenario: een blauwdruk voor hoe de tuin er uit gaat zien, met een realistisch budget. Dit is je reisplan, de routekaart die je naar de bestemming helpt te komen. Want je had het ‘waarom‘ van je tuin al, maar nu leg je met je schetsontwerp en het werkplan het wie, wat waar en hoe op tafel. Ontwerp in dit stadium zo gedetailleerd mogelijk.
water
Er valt met slimmer watergebruik heel wat te winnen. Daarom is ‘Waterklaar” of regenwater-afkoppeling het toverwoord! Je wil je helder hebben hoe veel water er beschikbaar is voor de planten en of je ook van plan bent extra water te geven in droge periodes. Het is belangrijk dat er voldoende water aanwezig is in de tuin. Zo kunnen jouw eetbare planten op een gezonde manier groeien. Naast de juiste voedingsstoffen en zonlicht, is vocht uitermate belangrijk in jouw tuin. Alleen op deze manier kunnen je planten op de juiste manier groeien en zal je tuin niet uitdrogen. Zeker in de steeds warmere lente en zomer is het belangrijk om hier rekening mee te houden. Het ‘mulchen‘ van de bodem kan hier ook een oplossing zijn om zodoende het vocht langer vast te houden.
evaluatie
Het beste kun je jaarlijks even goed nagaan of alle losse elementen in het ontwerp nog steeds een coherent geheel vormen. In zo’n evaluatie kun je kleine correcties op je ontwerp aanbrengen. Je verplant bijvoorbeeld een paar plantjes die verpieteren naar een andere plek. Of er moet wat worden veranderd aan de bodemstructuur voor betere drainage. Via herhaalde evaluaties begint elk jaar opnieuw met observatie, een wensenlijst, schetsen en een werkplan. Dit regelmatig opnieuw evalueren maakt ontwerpen interactief, uniek en op de situatie afgestemd. Zo ontwikkel je een goede afstemming tussen het terrein ,de planten en menselijke gedragspatronen. Door deze werkwijze blijf je door de seizoenen heen betrokken bij het ontwerp.
en nu aan de slag
Ben je enthousiast geworden om je eigen tuin of omgeving een boost te geven. Dit is het moment om de eerste stap te zetten. Begin met observeren en je zintuigen open te zetten. Wil je dit proces niet samen doen en heb je daar begeleiding bij nodig? Vraag een gratis gesprek aan of download de gratis tips.