“Een tuin zonder planten is geen tuin maar een levenloos plein”
Geral Overbeek
Je kan er niet omheen. De aarde is er slecht aan toe. En dat is gedeeltelijk onze schuld. We nemen veel meer van de aarde dan dat we aan de aarde teruggeven. En dat laat sporen na. Wat dachten we van de recentelijke bosbranden op de Noordpool? De hittegolf eind juli in heel Europa? Dode zeedieren die aanspoelen door de plasticsoep en schadelijke stoffen in de zee? De afname van het wereldwijde koraal en de kwallenplaag? De bijensterfte? Daar hebben we allemaal een aandeel in.
think global, act local
Met al dat nieuws, voel jij je naast moedeloos ook machteloos. Toch kun je als persoon of gezin wel wat doen, op het terrein waar je zelf invloed op hebt; je eigen tuin. En wie weet ook wel op de omgeving daarom heen in de straat, in je woonplaats, op je werk. Maak je eigen groene paradijs. Een klein ecosysteem waar je verschillende diersoorten een kans biedt te overleven en probeer jouw groene paradijs weer te verbinden met die van iemand anders. Zo kan je een ecologische verbindingszone maken.
Natuur heeft effect op je gezondheid. Natuur geeft je een boost om je fitter en vrolijker te voelen. Ook de dieren om je heen dragen daaraan bij.
Rudy klaassen
Het dierenleven in 1 tuin bestaat uit duizenden soorten. In een diervriendelijke tuin komen minimaal voor:
- 30 vogelsoorten
- 8 zoogdieren zoals de eekhoorn en onze hond Tybo
- 100 dag en nachtvlindersoorten
- 10 libelsoorten
- 5 amfibieën
- 30 soorten spinnen
- 400 insecten ( kevers, vliegen, muggen, bijen, wespen, sprinkhanen)
- slakken, regenwormen, aaltjes, luizen en mieren
- eencelligen, paddenstoelen, zwammen, schimmels, bacteriën en microben.
wat voor tuin wil jij?
Wat voor de ene soort een geweldige plek is, hoeft dat voor een andere niet te zijn. Maar elk type tuin is een biotoop waarin je dierenleven treft. Srakke tuinen, praktische tuinen, stadstuinen, daktuinen, balkontuinen, woekertuinen, natuurtuinen en zelfs… tegen of grindtuinen.
kan jouw omgeving groener?
Kijk eens via Google Earth naar je tuin en de tuin eromheen. En wat er aan groen is verderop in de buurt en daaromheen. Dat is de leefwereld van de vogels, vlinders en zoogdieren die ook jouw tuin bezoeken. Een roodborst heeft bijvoorbeeld een terrein minstens zo groot als 1 voetbalveld nodig en hopt dus van de ene tuin naar de andere. Zolang er om jouw tuin weinig ander groen is, zul je er ook minder diersoorten aantreffen. Omdat er bij mij om de hoek langs de Van Akenstraat allemaal Turkse hazelnotenbomen staan, stikt het hier van de eekhoorns. Daar ben ik zo bij mee en daarom komen er bij ons in de tuin nog meer notenbomen te staan 🙂
wordt toekomstbehendig en bouw slim of pas bestaande bebouwing aan om de natuur een plekje te geven.
- neststenen en dakpannen voor huismussen, gierzwaluwen, metselbijen en vleermuizen
- groene daken voor nestgelegenheid, voedsel en toevluchtsoord van verschillende dieren
- rekken en geveloplossingen voor klimplanten
- halfopen bestrating ( of het teveel aan bestrating er uit)
- diervriendelijke (straat) verlichting
- bepaalde bouwaanpassingen in gevels, daken goten en schoorstenen
- natuurlijke inrichting van het openbare groen en de wegbermen
wat kunnen de anderen doen?
Het helpt als gemeenten, bouwbedrijven en projectontwikkelaars en bewoners met elkaar in gesprek gaan over de inrichting van tuinen en het openbaar groen, zodat goede ecologische verbindingszones ontstaan. Kunnen er struiken worden aangeplant langs een straat tussen twee stadsparken, die weer in verbinding staan met een bos, landbouwgebied of een schooltuin? Hoe kunnen bermen groenstroken , kanalen vaarten en slootjes een goede ecologische verbinding vormen, die weer raken aan jouw groene paradijs en dat van je buren.
zo maak jij je tuin levendiger
Wil jij de tientallen dieren die er in rond scharrelen optimaal verwennen? Geef je tuin dan een ‘Make Over’ en maar er een diervriendelijke tuin van. Er zijn 5 basisbeginselen voor je ontwerp.
jouw leefomgeving
Maak een schets van je tuin. Kijk hoe je je tuin zelf gebruikt en hoe je daar naast de boel diervriendelijker kunt maken. Waar zit je veel, waar loop je, waar stal je de fiets en waar staan de kliko’s? Waar in huis kijk je veel naar buiten?
minder steen
In een diervriendelijke tuin is maximaal 1/3 verhard met tegels of stenen en is de rest groen. Dat is voor de biodiversiteit goed, maar ook voor jezelf.
levendige lagen
bodem
Zo heb je de bodem die goed moet functioneren en waar het bodemleven welig tiert. Door goed voor de bodem te zorgen ( geen kunstmest en bestrijdingsmiddelen!) en het organisch materiaal weer terug te geven aan de bodem zorg je voor een gezonde levende bodem
Gras
Gras of liever nog een bloemenweide is een mooi onderdeel van een tuin. Juist de afwisseling maakt het b(l)oeiend. Een van de voordelen vasn een bloemenweide is dat je er dieren mee aantrekt. De keur aan planten lokt vlinders, bijen, en andere insecten en ongewrervelden, plus vogels en zoogdieren. Ze vinden er een kant en klaar aanbod aan voedsel, plus onderdak. Als je een kleine tuin hebt, kun je er voor kiezen het gras toch weg te laten. Probeer dan eventueel een deel met lage tredplanten te laten begroeien.
Planten
Bedenk waar een of meerdere borders met vaste planten kunnen komen. Liefst zie je die planten goed en staan ze in de zon voor insecten.
Struiken
Liefst met bloemen en later bessen. Deze komen achter de planten te staan.
Hoogte
Door een pergola dwars in de tuin te plaatsen, creeer je extra diepte en ruimte voor voor klimplanten , plus een plek om een voedsesilo, nestkastje of bloemenmand aan te hangen.
Boom
In het gazon plaats je ook voor de hoogte een mooie solitaire boom en rond de stam maak je een wild bloemenweidje. De boom kun je zo groot en zo klein houden als je wilt.
Water
Kijk vanaf het terras naar het laagste tuingedeelte dat je vanaf daar kunt zien. Daar kan een moeras of vijver komen. Deze kan ook op een plek waar al vaak water blijft staan na een bui. Heb je een kleine tuin, zet dan een vogelbadje in zicht.
vast of eenjarig
Maak het jezelf makkelijk met vaste planten. Sommige soorten duiken even ónder’in de winter, maar als blijven jarenlang op dezelfde plek groeien. Op plekken waar je wilt afwisselen, kun je eenjarigen zaaien. Zoals de naam zeg: die ontkiemen, groeien en bloeien in 1 seizoen. Ze hebben wel aanleg zich zelf uit te zaaien , waardoor je ze het volgende jaar weer kunnen opduiken. Dan heb je nog tweejarige planten. Die groeien het eerste jaar als rozet, waar het volgende jaar een bloeiender plant uit omhoog komt. Vingerhoedskruid, kaardebol en stokroos zijn daar voorbeelden van. Voor fleur, kleur en nectar in het vroege voojaar stop je in novemebr bollen van krokussen, tulpen, narcissen en sdieruien in de grond. Rond mei graaf je knollen en bollen van kleurrijke zomer en najaarbloeiers als dahlia’s en gladiolen in.
Haag
De mens wil nu eenmaal graag zijn bezit afbakenen, en een beetje privacy. Om een beestentuin plaats je het liefst een natuurlijke stevige haag. Bij voorkeur ondoordringbaar voor ongewenste gasten (zoals een kat) en zo een veilige schuilplaats, dus ideaal om een nest te bouwen. De insecten die op de bloesem afkomen, zijn een bron van voedsel voor vogels net zoals de besjes die er in het najaar aan komen. Een diervriendelijke haag kun je maken van liguster, mei- of sleedoorn of een gecombineerde haag van meerdere struiken door elkaar. Heb je al een schutting staan, dan zijn er genoeg mogelijkheden om die te vergroenen met diverse klimplanten.
Vogelstruiken
Bij het maken van een ontwerp teken je alle hagen, struiken en bomen in alsof ze er al 10 jaar staan. Dat geeft een beeld hoe groot en vol het in je tuin wordt. Er is veel keuze in plantmateriaal, maar in een diervriendelijke tuin passen alleen bomen en struiken met een hoge natuurwaarde. Dat wil zeggen dat ze iets te bieden hebben voor vogels, insecten en natuurlijk jezelf. Zoals soorten waar vruchten aan komen of die een dichte takkenstructuur vormen, waardoor vogels er veilig in kunnen schuilen en er een nest in kunnen bouwen. Kies vooral meerdere en verschillende soorten die inheems zijn. Let op het moment dat er rijpe vruchten aan komen. Kies juist soorten die elkaar in het tijdstip van rijpheid opvolgen.
Verticaal
Is er plek om de hoogte in gaan? Klimplanten hebben vaak steun nodig om de hoogte in te kunnen groeien. Dat kan via een muur, schutting, pergola, of een boom. Als de plant zelf hechtwortels heeft heeft ( klimhortensia en klimop) groeit die vanzelf zijn weg omhoog. Andere planten zoals rozen, clematis en kamperfoelie hebben ondersteuning nodig. Dit kan een hekwerk of pergola zijn, of metalen haken, een ketting of een frame van betongaas.
verschillende biotopen
In 1 tuin kun je verschillende biotopen maken. Zo heb je plekken met meer schaduw, meer vocht, meer zon en zelfs een andere bodemgesteldheid. Ook je terras, je gazon en je oprit is een biotoop.
Planten hebben hun voorkeuren .De 1 floreert in de schaduw maar verschrompelt in de volle zon en de warmte minnende plant heeft geen schijn van kans in een koele hoek. Voor alle plekken zijn tientallen plantensoorten beschikbaar. ( link).
de kers op de taart
Er zijn verschillende manieren om de dieren in je tuin het nog meer naar hun zin te maken. De lijst hieronder is een aanzet, maar er zijn legio voorbeelden.
maak je eigen composthoop
Compost wordt ‘gemaakt’ door bacteriën, schimmels en dieren zoals regenwormen. Het is een afbraakproduct van de resten van planten en ander natuurlijk afval. Goede compost heeft een donkerbruine tot zwarte kleur, is licht vochtig en heeft een korrelige structuur. Het ruikteen beetje naar bosgrond. Het geeft voeding aan de planten, verbetert de bodem, beschermt hem tegen uitdrogen en stimuleert het bodemleven. Je kunt kan en klare compost kopen, maar het ook in je eigen tuinlaten ontstaan in een composthoop. Zo creëer je een kringloop in je tuin.
een vijver vol leven
Water is een van de belangrijkste onderdelen in een diervriendelijke tuin, omdat er veel soorten op afkomen. Amfibieen leven er in en planten zich voort, vogels nemen een bad er in, libelles jagen boven het water en zetten er eitjes in af en passerende zoogdieren drinken er uit
Nestegelegenheid
Het is het ultieme compliment aan jou als tuineigenaar. Vogels en kleine zoogdieren die er een nestje bouwen. Om dieren uit te nodigen moet je veel nestgelegenheid creëren in je tuin. Om jongen groot te brengen zijn dieren vooral op zoek naar beschutting, rust en voedel. Hang nestkasjes nooit onbeschut, maar zorg dat er rondom altijd gelegenheid is om weg te kruipen. Een nestkasje dat te open hangt is kwetsbaar voor roofdieren en weersomstandigheden
hout is goud
Hout, dood of levend, is onmisbaar voor de natuur in de tuin. Paddenstoelen, vogels, insecten, egels en andere zoogdieren en natuurlijk verschillende planten leven graag op of tussen ( gestapeld) hout. Afhankelijk van de grootte van het oppervlak, kun je takkenrillen, een houtwal, of rommelhoekjes met hout maken waar je ook nog eens je snoeiafval in kwijt kunt. Zo creeer je een perfecte kringloop in je eigen tuin.
Wil jij ook aan de slag
met stadslandbouw, permacultuur, (buurt)moestuinen en voedselbossen? Heb jij ook een plan bij jou in de buurt? Zie jij kansen? Ik denk graag met jou mee over het realiseren van eetbare projecten. Of het nu gaat over advies, financiering, ontwerp, pr/communicatie/educatie, uitvoering, aansturing of andere obstakels waar jij tegen aanloopt; Ik kan jou helpen om jouw idee uit te werken of aan te leggen. Neem nu contact met mij op!
.