De belangstelling voor het zelf verbouwen van groente, fruit en kruiden wordt steeds populairder. Het is een misverstand dat je daarvoor een boerenbedrijf of minstens een halve hectare grond nodig hebt. Of een moestuin op een volkstuincomplex waar hard gewied en gespit moet worden en de plantjes in rijtjes staan. Niets is minder waar. Het is heel goed mogelijk een smaakvolle productieve tuin aan te leggen op een klein stukje grond. Een tuin die vol staat met overblijvende eetbare planten. Want hoe leuk is het om verse kruiden, fruit en bijzondere groenten áan huis’ te plukken. Eigen geteelde planten zijn altijd lekkerder dan groenten en fruit die je ‘gewoon’ bij de buurtsuper kunt kopen. Soorten die op grote schaal bij de super worden aangevoerd, zijn voornamelijk op houdbaarheid geselecteerd. Maar voor je eigen tuin kun je op smaak selecteren.
Succesvol tuinieren begint met een gedegen kennis van de grondsoort. daarvan zou de keuze van de planten moeten afhangen.
Romke van de Kaa

wat voor functie wil jij aan de tuin geven?
Je kunt daarbij het beste vooraf bepalen wat je het liefst zou willen oogsten. Daarbij moet je natuurlijk rekening houden met de mogelijkheden die je grond biedt. Denk bij de functies van de tuin bijvoorbeeld aan :
- Zoveel mogelijk eetbare planten om geld te besparen bij de dagelijkse boodschappen
- Zo veel mogelijk fruit voor eigengemaakte jams en taarten.
- Zo veel mogelijk kruiden verbouwen voor in de keuken of voor kruidenthee kan ook een uitgangspunt zijn.
Hoe meer functies je kunt inbouwen in je uiteindelijke ontwerp, hoe nuttiger je tuin wordt

welke vorm van de tuin kies jij?
Om een tuin in te richten, en zeker een kleine tuin, is het belangrijk om rekening te houden met de hoogte van de planten. De hoogteverschillen tussen planten geven vorm aan je tuin.
de zeven groeilagen
- Hoge bomen, zoals walnoot en kastanje
- lage bomen zoals moerbei, peer kers en hazelaar
- klimplanten zoals druif, hop, kiwi en erwten
- struiken zoals bessen, bramen en frambozen
- plantlaag zoals groenten ( kool, uit, knoflook) en bloemen tot 2 meter hoog
- wortels en knollen, zoals aardpeer, aardaker, grote klis en oca

plantencombinaties in je tuin
Als je hebt nagedacht over de vorm ben je er nog niet. Je moet ook nog rekening houden met de voorkeur van de planten zelf. Selectie-criteria voor jouw plantkeuze zijn dus:
- functie
- de samenstelling van de grond
- voorkeur van de plant
- benodigde lichtval
- warmte behoefte
- waterbehoefte
- vorm ( hoog/laag)
Zodoende ontstaat een door jou voor de tuin samengestelde ideale plantengemeenschap of gilde. Zonminnend als je een zonnige hoek hebt, schadwminnend voor een schaduwrijke tuin, hoog bij laag, klimmend bij kruipend. Zo ontstaat schijnbaar ‘vanzelf’ een lijst van mogelijke beplanting.

stappenplan
- kijk eerst eens welke planten het goed doen in je tuin, zoek de familie en de eigenschappen van de plant op en sluit je beplantingsplan daarop aan.
- houdt bij het maken van je plantenlijst rekening met de grondsoort(en) in je tuin.
- stel een lijst samen van planten die je leuk en lekker vindt of van variaties van planten die je al hebt of kent.
- Probeer vooral iets nieuws, maar plant vooral geen dingen die je niet wilt eten.

klimaat en microklimaat
Het klimaat is het gemiddelde weer over een lange periode. De term microklimaat wil zeggen dat de omstandigheden op kleine schaal anders zijn dan je op die plek op basisvan het klimaat zou verwachten. Het microklimaat van je tuin wordt veroorzaakt door ligging, begroeiing, windrichting en water, en wordt daarnaast door menselijk ingrijpen beinvloed. Het gaat bij microklimaat om bebouwing zoals een schutting, schuurtje, afdak of vijver. In kleine (stads-)tuinen spelen dergelijke elementen en de bomen van de buren een belangrijke rol bij de hoeveelheid en richting van de wind, het aantal zonuren, de vochtigheid en dus de temperatuur. Een kleine en beschutte tuin is over het algemeen warmer al komt er niet veel zon.

Naast een wereld boven de grond, bevolkt door planten, insecten en vogels, bevindt zich in de tuin een tweede wereld: een ondergrondse gemeenschap van larven, wormen, schimmels, bacteriën, amoeben en geleedpotigen. Dat die gemeenschap bestaat zal niemand verrassen, maar dat alle aanwezigen in die microkosmos druk met elkaar communiceren is ronduit verbazingwekkend. Werkend in de tuin vang je een glimp op van deze verborgen gemeenschap, maar het blijft lastig om er volledig in door te dringen. En toch – terwijl je met je handen in de grond zit, kom je tot nieuwe inzichten en met de geur van verse aarde in je neus begin je te beseffen dat er onder je voeten misschien nog wel meer tuin is dan daarboven. Sterker nog: zonder dat wemelende leven onder het maaiveld zou plantengroei überhaupt niet mogelijk zijn.
Romke van de Kaa

Licht en schaduw
Omdat zon en schaduw voor een groot deel bepalen welk gewas je waar kunt verbouwen, is het handig om te weten waar het noorden, oosten zuiden en westen zich bevinden. Om zoveel mogelijk te profiteren van alle zon die er is, zou je de zuidkant van je tuin helemaal open moeten laten. Dat is immers de kant waar de zon gedurende het midden van de dag op haar hoogst staat en op haar sterkst is. Het zou onverstandig zijn om in die baan een hoge boom te planten. Lage gewassen daarentegen werpen geen schaduw over de tuin. Zet daarom de lagere gewassen op het zuiden en de hogere gewassen ten opzichte daarvan naar achteren. Eerst de lage bedden, daarna de struiken en tot slot de bomen. Op deze manier staat niets in elkaars schaduw.

verandering per seizoen
Het is belangrijk te beseffen dat de hoeveelheid zon (of licht) in iedere tuin in de loop van het seizoen verandert. In het vroege voorjaar en de late herfst is er minder licht omdat de zon lager staat. Groenblijvende naaldbomen die een schaduw in de tuin werpen , doen dat natuurlijk zomer en winter. Een hoge loofboom verliest zijn blad en in het voorjaar nauwelijks of geen en in de zomer veel schaduw in de tuin werpen. En natuurlijk zijn de dagen in de rest van het jaar korter dan in mei, juni en juli het geval is.

zon en schduwplanten
In het algemeen hebben planten die grote bloemen en vruchten voortbrengen veel warmte nodig en veel licht, minstens 6 uur per dag. Tot de echte zonaanbidders behoren ook de meeste planten uit warme en zuidelijke streken. Om tot volledige rijping te komen hebben ze gedurende de zomerweken wel 8 uur zon nodig. In een echt warm jaar kun je er van oogsten , maar in een jaar met koudere periodes lukt dat niet. Tenzij je tuin een hoek met echt veel zon heeft, kun je deze planten beter niet buiten telen. Ook de meeste 1 jarige groene planten en sommige keukenkruiden willen graag in de volle zon staan. Ze kunnen wel een beetje schaduw gebruiken , en de groenten ook wel wat kou, maar mediterane kruiden prefereren warmte en zon. Direct zonlict is dan het beste. Veel van de vaste eetbare planten zijn wat lichtbehoeftebetreft een stuk minder veeleisend.

trucs bij veel zon
- kies voornamelijk de zonminnende soorten en zet je tuin er mee vol
- Creeer schaduw met hoge beplanting. Dat kan een flinke struik of boom zijn, het kan ook een snelgroeiende klimmer en een bak zijn. Plaats de planten die het met minder zon beter doen, in de schaduw van de zonminnaars
- Schijnt de zon van de ochetnd tot de aviond vanaf het vroege voorjaar tot het late najaar volop in de tuin ‘op het zuiden, dan moet je in ieder geval vaker water geven om te voorkomen dat de planten uitdrogen
- Geef liever om de paar dagen veel water in eens, dan dagelijks een beetje. Met veel water ineens kan de grond zich flink volzuigen. Met dagelijks een beetje lukt dat niet.

trucs bij veel schaduw
- Een schaduwrijke, donkere tuin krijgt meer licht als je verhoogde bedden aanlegt; de zon bereikt de grond dan eerder. Ook warmt de grond in hogere bedden sneller op dan op grondniveau en dat komt de groei van de planten ten goede. Het is vaak voldoende om 15-20 cm te verhogen.
- Met een lichte schutting of licht geschilderde muren creer je een lichtere tuin. Dat hoeft geen spierwit te zijn; ook lichtgeel, lichtblauw of lichtgroen schilderwerk weerkaatst het licht.

warmte en kou
Warmte is net als licht een factor van belang in de tuin. Naast openheid voor het licht wil je beschutting om de warmte zo lang mogelijk vast te houden of zelfs te versterken. Een tuin die aan het open veld ligt, is kouder dan een tuin die rondom tussen bebouwing ligt. De temperatuur in een beschutte tuin kan zomer en winter enkele graden hoger zijn dan in een onbeschutte tuin. Een rij bomen die aan de straat staat, een haag of een muur om de tuin beschut je niet alleen tegen inkijk, maar ook tegen kou en wind. Voor een kleine tuin kan dat lastig zijn. Lagere muren en niet al te dichte hagen zorgen in het algemeen voor een betere verhouding tussen licht en warmte dan hoge muren en een gesloten schutting, maar je hebt het natuurlijk niet altijd voor het kiezen. Denk er om dat vorst net zo’n uitdrogende werking op vaste planten kan hebben als zon. Als er sneeuw ligt, vormt die een beschermende laag. Een dik pak sneeuw blijft in ons klimaat echter zelden lang liggen, terwijl winterkou dagen en soms wel weken kan aanhouden. Je kunt de planten de winter door helpen door ze tijdens aanhoudend koud winterweer af en toe water te geven of aan te aarden, of te mulchen.

“De mens verzorgt, de natuur geneest.”
Dr. Alfred Vogel, oprichter Biohorma
een kleine kas
Je kunt overwegen een kleine kas aan te schaffen, maar dat betekend een zekere investering. Je kunt er mediterrane vaste planten in zetten en/of planten die in ons klimaat net dat beetje zon en warmte tekortkomen, zoals spaanse peper, paprika en tomaat. Voor het zaaien en opkweken van planten ( ook 1-jarigen) hoef je je hand niet om te draaien. Er zijn kleien losstaande modellen verkrijgbaar in verschillende hoogtes, maar ook ‘halve kassen’ met een normale hoogte, waarvan de achterwand wordt gevormd door de muur waar de kas tegen aanstaat. Dit laatste type is smal en ondiepen past zelfs in de allerkleinse tuin, zolang er maar een beetjezon op valt. Voordat je iets besteld of plannen maakt voor de bouw ervan moet je goed kijken of er voldoende plaats voor is, of daar voldoende zon komt en of je die plaats wel wilt missen voor iets dat daar permanent zal staan.
