Natuur Het lijkt zo mooi: bloeiende akkerranden om insecten te helpen. Maar tussen de zaden kunnen insecticiden zitten. Of exoten.

leren van de natuur
Als mens zijn we onderdeel van het ecosysteem. Vroeg of laat krijgen we last van het verdwijnen van veel bloemen en daarmee ook de insecten. Nou kun je met moderne technologie heel veel problemen oplossen, maar dat is heel duur. De natuur doet heel veel dingen gratis. Bekend is het voorbeeld van insecten die fruitbomen bestuiven, zodat we in het najaar appels en peren hebben. Maar planten en dieren zorgen ook voor een vruchtbare bodem, waardoor minder mest nodig is. De duinen zijn een natuurlijk filter voor ons drinkwater en dankzij de wortels die de bodem vasthouden, is beplanting een natuurlijke kustbescherming en versteviging van dijken. Veenweidegebieden met minder drooglegging kunnen effectiever CO2 opslaan dan bossen. En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Natuur lijkt ver van mensen af te staan, maar die is heel dichtbij. In die sloot, achter dat landhek, gebeurt het.

Fleurige zaadmengsels bedreigen Nederlandse flora
Geef ze bloemen en vlinders fladderen en bijen gonzen! Maar goed dat overheden, natuurclubs en boeren bermen, velden en perceelranden inzaaien met kleurrijke bloemenmengsels, ter verrijking van het verarmde platteland waar nu zelfs de paardenbloem het aflegt tegen mest en glyfosaat. Maar goed dat natuurliefhebbers tegels lichten en zogenoemde zaadbommen verspreiden, als daad van protest tegen de versteende intratuintjes, de saaie parken, de gifgroene gazons. Hoe simpel kan het zijn

doorgefokte feestbloemen
Er zitten nogal wat haken en ogen aan het klakkeloos rondstrooien van bloemenzaden. Ten eerste zijn die bloemen bedoeld voor bijen en andere insecten, terwijl ze al jaren gekweekt worden met het oog op grote, felgekleurde bloemen. Die vormen vaak geen nectar en stuifmeel meer; insecten hebben er niets aan. Daar kun je op letten, dat je niet van die doorgefokte feestbloemen zaait. In tuincentra zijn zaden voor insectenbloemen te koop, vaak met een plaatje van een bij op het zakje. Er is soms zelfs een hoekje ingericht, waar bijenbloemen in potten te koop zijn. Maar helaas zegt dat niet alles. Wie zaadmengsels koopt voor hectares hooiland of kilometers akkerrand, heeft de keus tussen goedkope mengsels uit Spanje of Roemenië of dure uit Nederland. Best kans dat die zuidelijke zaden insecticiden bevatten, wat alsnog desastreus zou zijn voor insecten.

Het ene bloemzaadje is het andere niet.
Twee jaar geleden werd al uit onderzoek duidelijk dat in 30 jaar tijd de hoeveelheid insecten met maar liefst 75 procent is geslonken. Dat heeft mensen wakker geschud. Sindsdien zijn overal bloemenweides, bijenlandschappen, honey highways en dergelijke uit de grond gevlogen.

Ruim een derde van de 1500 inheemse plantensoorten staat op de Rode Lijst
Biodiversiteit gaat veel verder dan die paar mooie vlinders en zoemende bijen in de tuin. Het is veel breder dan deze aaibare dieren. Het gaat ook over andere insecten, en over allerlei planten waar die insecten van afhankelijk zijn. Ruim een derde van de 1500 inheemse plantensoorten staat op de Rode Lijst. Meer dan 200 soorten zijn zelfs ernstig bedreigd. Dat is een schrikwekkend aantal. Het zijn vaak soorten die nog niet zo lang geleden heel algemeen voorkwamen. De kievitsbloem bijvoorbeeld, diverse orchideeën. De natuur is binnen enkele decennia letterlijk in elkaar gestort. En een uiterst droge zomer als in het afgelopen jaar helpt dan ook niet mee. Dan kan het gebeuren dat van een zeldzame soort maar enkele honderden, soms zelfs tien planten, op één plek staan. Als er dan iets gebeurt en je hebt geen zaden, ben je een soort gewoon kwijt.’

Beste bedoelingen
Wat ecologen zien, is dat mensen met de beste bedoelingen bloemzadenmengsels kopen. Daar zitten heel leuke en decoratieve soorten in, zoals de phacelia met z’n fijne violette bloemetjes. Deze soort komt uit het zuidwesten van de VS. Het is een ware magneet voor honingbijen. Maar de honingbij is niet echt een wilde bijensoort, het is een gedomesticeerde bij. Je zou het een soort melkkoe voor de mens kunnen noemen. Heel veel wilde bijensoorten kunnen echter niets met deze uitheemse bloem. Ze zijn allemaal gespecialiseerd in bepaalde planten die van nature in Nederland voorkomen.’’

Andere genen
Uiteraard gaan in de ’wilde-bloemenmix’ ook inheemse soorten, zoals de korenbloem, maar veel van die zaden worden opgekweekt in Oost-Europa. Zeker als daar veel mee wordt doorgekweekt, wordt die korenbloem net iets anders dan de ogenschijnlijk zelfde korenbloem die hier nog op een enkel graanveld groeit. Die bloem heeft andere genen, aangepast aan het Nederlandse milieu. Het erge is dat die uitheemse korenbloem zich wel weer kan voortplanten en mengt zich met inheemse soorten. Daardoor krijgt de inheemse bloem nieuwe eigenschappen die minder geschikt zijn voor ons klimaat en onze insecten.

Daarmee is nog niet alle ellende verteld
Als er met bloemen wordt doorgekweekt, redeneert de kweker vaak volgens het menselijk begrip. ‘Hoe mooier de bloem, hoe mooier die voor insecten zal zijn’, is de gedachtegang. Maar wat blijkt? Als je op uiterlijk kweekt, gaat dat ten koste van andere eigenschappen. En dan zie je dat bij voorbeeld de stuifmeeldraden achterblijven en zo’n bloem dus minder vruchtbaar wordt. Insecten vliegen naar zo’n doorgekweekte korenbloem in een bijenlandschap, maar vinden daarin geen voedsel. Dat onthouden ze. En dus slaan ze de goede korenbloemen over die verderop in dat hooilandje groeien. Zo beïnvloed je met menselijk ingrijpen onbedoeld een heel ecosysteem.

biodivers
Een van de ondernemingen die actief is voor het behoud van de biodiversiteit is het bedrijf Biodivers van Peter en Lidewei de Groot. Peter oogst samen met loonwerkers hooi en bloemzaden in allerhande natuurterreinen in heel Nederland. Die hooilanden pacht hij van natuurbeherende organisaties en overheden als gemeenten en waterschappen.Alles bij elkaar is dat zo’n 1000 hectare.

genetische erosie
Toch is het minder simpel dan het lijkt. De oogstrelende weiden met korenbloemen, klaprozen, ganzenbloemen en robijnrode inkarnaatklavers zien er feestelijk uit. Maar als het alleen om een kleurtje gaat, kun je net zo goed plastic bloemen neerzetten. Want gunstig voor zeldzame, inheemse insecten en voor het herstel van natuurwaarden is zo’n exotisch bloemenrandje niet per se.

kaf van het koren
De grassen en planten die Peter heeft geoogst, komen als bulk in zijn loods binnen. Via diverse sorteermachines scheidt hij letterlijk het kaf van het koren. Vaak bewaart Peter de mix aan zaden van één terrein. Dan zitten de verschillende plantensoorten er van nature in de juiste verhouding in. Maar ook slaat hij de zaden van afzonderlijke soorten apart op.

flora vervalsing
Ernstiger nog dan het soms tegenvallende nut voor insecten is de floravervalsing door buitenlandse soorten. Dat we die in tuinen zetten is nog te begrijpen, maar je wilt geen exoten in de natuur. Daardoor raak je de gebiedseigenheid kwijt – zo krijg je op elke plek dezelfde paar bloemen die het overal goed doen. Dan kun je het landschap niet meer lezen. Kijk, ergens groeien dotterbloemen omdat die zich er door de eeuwen heen in wisselwerking met de bodem, de vochtigheid en bepaalde insecten thuis zijn gaan voelen. Waarom zou je daar inkarnaatklavers zaaien? Daarbij komt dat die exotische soorten de inheemse soms wegconcurreren.

de meeste akkerkruiden zijn uitgeroeid
En neem nou bolderik, een schitterende roze akkerbloem. Die is zoals de meeste akkerkruiden uitgeroeid, op twee kleine populaties na: bij Brummen en in Zuid-Limburg. En omdat het zo’n mooierd is, wordt bolderik overal gezaaid, maar vrijwel altijd van een andere variëteit, en meestal zelfs van een andere, sterk verwante soort! Als die de twee inheemse populaties bereiken en ermee kruisen, raken we ze kwijt. Terwijl het daarom gaat bij biodiversiteit: genetische variatie, zowel binnen als tussen soorten.”

bloemenrijkdom herstellen
We moeten onze vroegere bloemenrijkdom herstellen om het wegkwijnen van insecten en vogels te stoppen. De laatste jaren zijn tientallen plantensoorten in Nederland uitgestorven en twee derde van ons land wordt te intensief bewerkt, bespoten en bemest voor wilde kruiden. Als we dat grootschalig willen herstellen, dan is het allereerst noodzakelijk om terreinen uit productie te halen en daar ‘plant-aardige’ voorwaarden te scheppen.

het Levend Archief
Maar dat is niet toereikend. Er zijn simpelweg niet genoeg plekken waarvandaan zaden kunnen overwaaien. Er moet dus gezaaid worden, maar waar haal je het zaad vandaan? Daarvoor is het Levend Archief opgericht. Daarin werken biologen, vrijwilligers en natuurbeschermers samen om zoveel mogelijk zaaigoed te verzamelen en veilig op te slaan – een zaadbank die als de omstandigheden beter zijn weer als zaaddonor kan optreden. Om de kiemkracht te bewaren, worden er bovendien planten opgekweekt in kassen in Amsterdam, Wageningen en Nijmegen. En soms staat er zelfs een uitgestorven soort uit de dood op.

natuurbalans
We hebben Ardense dravik”, vertelt Peter Verbeek van Natuurbalans. . „Die was uitgestorven, maar iemand van ons wist zaad te winnen uit een gedroogd exemplaar in een herbarium. Dat sloeg verrassend goed aan bij ons op de klei. We kweken superzeldzame bloemen als het driekleurig viooltje, wilde ridderspoor en brede raai. Van brede raai groeide een kleine populatie op een particuliere akker op de Veluwe. Staatsbosbeheer bemachtigde die akker en zaaide er in eerste instantie gras, met als doel een heischraal graslandje. Gelukkig is het belangrijkste deel van dit terrein weer omgezet in akker en kwam de brede raai volop terug uit de ondergrondse zaadbank.”

zeldzame soorten
Men is erin geslaagd om de uit Nederland vrijwel verdwenen roggelelie weer te kweken. Plantenkenner Fred Bos uit Winterswijk vond een plek in Zuid-Limburg waar de roggelelies nog stonden. Uit de schubben van leliebollen kweekte Peter Verbeek nieuwe bollen, in aarde van de juiste vochtigheid en in het donker. Daarna duurt het nog twee, drie jaar tot ze bloeien. Liever dan vegetatief vermeerderen zou hij ze kruisen en zaad laten vormen. Maar dat is nog niet gelukt, ze zijn te lang doorgekweekt.

bedreigde akkerkruiden.
Ook in Drenthe ontdekte Bos enkele roggelelies, in tuinen. Dat zijn afstammelingen van wilde akkerlelies, ooit door boeren geplant. In Duitsland vond hij een akkergebied dat aan zeventig jaar modernisering ontsnapt lijkt. Daar wuiven roggevelden als vanouds, met roggelelies en tientallen andere bedreigde akkerkruiden.
kom in actie
Ga aan de slag met wilde, inheemse bloemen. Koop gegarandeerd gifvrij zaad Dat doe je bij deze drie kwekerijen die bij het Levend Archief samenwerken: Cruydt-Hoeck, De Bolderik en Biodivers. Kijk hier voor het stappenplan om je eigen wilde bloemen weide aan te leggen
