Om verschillende redenen zou in iedere tuin ten minste één boom moeten staan. Bomen geven schaduw. Ze maken het de buren moeilijker om naar binnen te kijken. Ze trekken vogels en eekhoorntjes aan. De wind die door de bladeren ruist, is rustgevend. Bovendien is een huis met een volwassen boom in de tuin meer waard.
Een bomenridder
In Amsterdam staan ruim 300.000 straat en laanbomen. Wat deze bomen gemeen hebben is dat de meeste omgeven zijn met een kale boomspiegel. Ik ben fan van tuintjes rond bomen of ook wel ‘boomspiegel’ genoemd. Zo’n boomspiegel is per slot van rekening vaak kale grond. En als al die kale stukken nu eens vol bloemen en struiken staan dan is er superveel meer groen in de buurt.
nadelen
Goed, dat waren de voordelen. Dan nu de nadelen, want die zijn er ook. De grond onder een boom is vaak hard en droog, omdat de regen vooral langs de kroon afdruipt. Bovendien neemt een béétje boom zoveel water en voedingsstoffen op, dat er voor buurplanten bijna niets overblijft.
wat is een boomtuin?
Een boomtuin is een tuintje aan de voet van een boom. Vaak een verzamelplek voor zwerfvuil, hondenpoep, vuilniszakken en fietsen. Terwijl het zoveel leuker en groener kan. Maar dan wel zonder dat de boom schade ondervindt.
creëer een boomtuin
Toch zijn er wel degelijk planten die het onder een boom willen doen. Welke dat zijn, komt zo dadelijk ter sprake. Eerst gaan we de grond in de boomspiegel onderhanden nemen. Die is hard en moet daarom – voorzichtig, om de boomwortels niet te beschadigen – losgemaakt worden. Vervolgens leggen we een dikke laag humusrijke grond om de boom, zodat de toekomstige planten een zo goed mogelijke start krijgen.
boomspiegel
Is dit gebeurd, dan bekijken we wat voor soort boom we in onze tuin hebben staan. Is hij net geplant of staat hij er al tweehonderd jaar? Is hij breed of smal? Heeft hij een dichte of een open kroon? Heeft hij, zoals de beuk of de berk, een oppervlakkig wortelstelsel dat veel water aan de bovenlaag onttrekt? Aan de hand van deze gegevens kunnen we inschatten wat voor boomspiegel de boom in onze tuin heeft.
onderzoek
P.P.O. (Praktijkonderzoek Plant en Omgeving), dat onderzoek heeft gedaan naar boomspiegelbeplanting, maakt onderscheid tussen vier typen boomspiegels: van licht tot zeer donker. Omdat onder lichte en halfdonkere boomspiegels nog heel wat wil groeien, slaan we die voor het gemak over – de meeste problemen ontstaan immers bij bomen met ’donkere’ of ’zeer donkere’ boomspiegels.
‘zeer donkere’ boomspiegels
Om met de moeilijkste te beginnen: zelfs enorme bomen met brede, dichte kronen en een ’zeer donkere’ boomspiegel behoren niet tot de hopeloze gevallen. Wilt je een struik onder zo’n boom, ga dan voor hulst, braam, Aucuba japonica, Gaultheria shallon of taxus. Klimop, zowel kruipend als in struikvorm, doet het ook altijd en overal. Heb je liever vaste planten, dan wordt het maagdenpalm (Vinca minor), mansoor (Asarum europaeum), amandelwolfsmelk, Geranium nodosum, dovenetel, schuimbloem (Tiarella cordifolia) of Trachystemon orientalis. En natuurlijk komen ook varens (wijfjesvaren, struisvaren of adelaarsvaren) in aanmerking.
struiken of vasteplanten?
We spreken van een ’donkere’ boomspiegel wanneer een boom een brede kroon heeft die nog wel wat maar niet al te veel zonlicht doorlaat. Hier groeien alle planten die we zojuist bij de zeer donkere boomspiegel hebben besproken. Daarnaast kun je er buxus neerzetten, zuurbes (Berberis), kardinaalsmuts (Euonymus fortunei), hertshooi (Hypericum calycinum) of bepaalde liguster- en mahoniesoorten. Vaste planten die onder zo’n boom kunnen, zijn kruipend zenegroen (Ajuga reptans), Italiaanse aronskelk (Arum italicum), schoenlappersplant (Bergenia), lelietje-van-dalen (Convallaria majalis), elfenbloem (Epimedium), Geranium macrorrhizum en Geranium phaeum, bepaalde hosta-soorten, veldbies (Luzula sylvatica), Pachysandra terminalis, smeerwortel (Symphytum grandiflorum) en Waldsteinia ternata.
droog en compact
Als je wel eens een tuintje in een boomspiegel hebt aangelegd weet je twee dingen: de grond is erg droog en compact. Doordat de bomen in zo’n klein stukje grond staan, kunnen ze maar weinig regenwater ‘vangen’. Voeten lopen of rennen over de wortels heen en soms pletten ook auto’s en zelfs vrachtwagens (!) de grond. En in de winter is er kans op een lading zout als de gemeente straten ijsvrij probeert te maken. Dat is allemaal stress waar bomen in een boomspiegel mee te maken hebben. Probeer daar maar eens goed bij te blijven groeien!
Bomen in de stad hebben het moeilijk
In een dichtbebouwde buurt moeten de wortels van bomen hun weg vinden onder het asfalt dat geen lucht of water doorlaat. De grond is vaak verdicht waardoor weinig zuurstof bij de wortels komt. Een boomtuintje mag een boom dus niet extra belasten. Maar bomen hebben ook baat bij een boomtuintje. Fietsen worden (minder) tegen de boom geparkeerd, een beetje automobilist rijdt er omheen en planten houden het vocht vast
Wat is de invloed van een boomtuin op de gezondheid van een boom?
Als boomspiegels op juiste wijze beplant worden schaadt dat een boom niet. Alleen bij jonge bomen (jonger dan vijf jaar) kan er door beplanting van de boomspiegel stagnatie optreden in de groei van een boom. Bomen die geplant worden zijn meestal al ouder dan vijf jaar. Ze moeten eerst aanslaan en pas na vijf jaar is het tijd om de boomspiegel te beplanten.
Bij oudere bomen is die boomspiegel vaak dusdanig verhout met wortels, dat er geen plantje de grond in te krijgen is. Zeker niet zonder die wortels en dus de boom te beschadigen. Je zou je ervoor kunnen kiezen om er potten met planten op te zetten. Nou, dat vind ook niet elke boom fijn en de gemeente zeker niet. Immers, tussen die potten verzamelt zich allerlei zwerfvuil wat het een stuk lastiger maakt om snel schoon te vegen.
Houd de basis boomstam vrij
Een boom houdt er niet van om aan de basis van de boomstam bedekt te worden. Je hebt kans dat de bast dan gaat rotten waardoor de boom bevattelijk wordt voor ongedierte en ziekte. Dus als je de grond ophoogt verhoog dan niet direct rond de boom. Wat je ook kunt doen is een beschermende ‘hoes’ rond de boom maken om aarde en bast met een luchtlaag van elkaar te scheiden.
Boomwortels
Wees voorzichtig met het bedekken van de boomwortels. De wortels van de boom hebben zuurstof nodig. Teveel aarde bovenop de wortels is als een soort ‘deken’, de wortels krijgen dan te weinig zuurstof. Als de wortels afsterven sterft ook de boom.
Als je graaft in de boomspiegel, doe dit dan voorzichtig. Neem het liefst een schep mee die niet al te scherp is zodat je het per ongeluk doorsnijden van wortels voorkomt. Een boom kan het hebben om enkele kleinere wortels te verliezen, maar zorg ervoor dat je wortels die groter zijn dan 2 cm doorsnede zeker laat zitten.
Graaf niet te diep. Onder een boomspiegel kunnen elektriciteitskabels liggen, rioolpijpen etc. Als je weerstand voelt bij het graven, kijk dan eerst wat het is voordat je verder graaft.
De grond
Dit kun je doen om de grond te verbeteren en de boomwortels te sparen:
Is er zout gestrooid? Zorg ervoor dat je de boomspiegel in het voorjaar met veel water ‘doorspoelt’.De grond kun je voorzichtig losmaken. Ga daarbij niet te diep, 1 tot 2 cm. De meeste wortels van een boom liggen aan de oppervlakte, dus doe dit voorzichtig. Meng ieder jaar een dunne laag compost (zo’n 1 cm) door de bovenste laag grond. Je kunt een wat dikkere laag mulch (half verteerde bladeren, gehakseld gras of planten die je hebt gewied) toevoegen, tot zo’n 5 cm. Zo verbeter je de bodem. Ook zorgt dit voor het beter vasthouden van vocht. Je kunt gaandeweg het jaar steeds opnieuw mulch toevoegen want dit verteert steeds.
Boomwortelsparende planten
Als je bij de keuze van je planten de boomwortels wilt sparen kun je de onderstaande tips gebruiken. Een ‘gemiddelde’ boomspiegel is droog en schaduwrijk. Voor een tuintje dat lekker door blijft groeien moet je hier in de keuze van je planten rekening mee houden.
Zaai (bijen)bloemen.
Dat zaaien doe je ondiep en de wortels zoeken hun weg tussen de boomwortels zonder deze te beschadigen. Denk ook aan Bloembollen. Deze te planten hoef je geen megagroot plantgat te graven. In het voorjaar is er nog geen blad aan de boom en krijgt de boomspiegel meer zon. We zien vaak dat de crocus en narcissen het goed doen. Een bodembedekker wortelt vaak ondiep. Bijvoorbeeld de maagdenpalm. Kruiden en struiken kunnen best, als je ze makkelijk kunt planten zonder wortels te beschadigen. Zet ze niet te dicht bij de boomstam. Je kunt ook altijd nog bloembommen maken en deze verspreiden bij de boomspiegels 🙂