Den Haag en Tilburg gaan een eenvoudig puntensysteem hanteren om natuuinclusief te bouwen te stimuleren.
dat zouden meer steden moeten doen!

Natuur maakt mensen gezonder
Natuur maakt mensen gezonder, zowel fysiek als mentaal. Natuur bevordert sociale contacten, lokt meer toeristen en investeerders en trekt de waarde van huizen op. Natuur levert een bijdrage aan de verbetering van waterbergings-capaciteit, het temperen van omgevingstemperaturen, het maakt dagen van strenge vorst of hittegolven draaglijker en natuur draagt bij aan de vermindering van luchtvervuiling in de stad. De laatste twee aspecten hebben vervolgens weer een positieve invloed op de gezondheid van mensen. “Een andere motivatie is dat we 90% van onze tijd doorbrengen in gebouwen. Groen is in zo’n geval een mooie stimulans om mensen naar buiten te halen. Als je een gebied erop inricht en er beleid op voert, gaan mensen ook buitenactiviteiten doen, wat weer bijdraagt aan andere maatschappelijke effecten. Alleen al het kijken naar groen heeft een positieve uitwerking op je gezondheid.
Groen kan integraal bijdragen aan oplossingen voor diverse maatschappelijke vraagstukken
V.H.G.

en de dieren?
Veel soorten zijn tegenwoordig afhankelijk van de stedelijke omgeving. Dit is een gevolg van een steeds ongeschikter wordend buitengebied. Waar vroeger een gevarieerd boerenlandschap met (bloemrijke) weilanden, akkers, houtsingels, heggen, struiken e.d. aanwezig was, is dit veranderd in intensief gebruikte gronden. Hier kunnen weinig verschillende soorten planten, insecten, vogels en andere dieren overleven. In de stad voelen heel wat verschillende soorten zich thuis door de aanwezigheid van tuinen, parken, bermen, sloten en slootkanten. De stad is dan ook belangrijk voor het behoud van biodiversiteit.

Insecteneters vormen dus een belangrijke schakel in het ecosysteem
Het geheel aan planten en dieren vormt een bijzonder complex systeem van afhankelijkheden. Zonder insecten zoals bijen, hommels en in mindere mate vlinders is er geen bestuiving van veel planten mogelijk. Planten die onderdeel vormen van onze voedselketen zoals verschillende soorten groente en fruit. Dit geldt natuurlijk ook voor de gewassen in onze (moes)tuinen en veel soorten tuinplanten, bomen en wilde bloemen. Een rijk planten- en dierenleven in de stad zorgt er ook voor dat plaaginsecten zoals muggen weinig kans hebben omdat zij in toom gehouden kunnen worden door vogels en vleermuizen. Gierzwaluwen bijvoorbeeld vangen enorm veel insecten die in de keel
tot een bal worden gevormd en worden gevoerd aan de jonge vogels. Een dergelijke portie bevat ongeveer 600 insecten. Ieder jong heeft ongeveer 10 tot 20 porties nodig per dag. Bij een nest met 2 a 3 jongen is dat al snel 50 miljoen insecten per seizoen. Een watervleermuis kan per nacht wel 3000 insecten eten. Insecteneters vormen dus een belangrijke schakel in het ecosysteem.

Groen kan alleen bestaan als er beestjes zijn en omgekeerd
Of het nu gaat om duurzaamheid, biodiversiteit of de gezondheid van de gebruikers; groen is niet meer weg te denken uit het bouwproces. Dat is een goede ontwikkeling. Toch is het echte natuurinclusief bouwen nog niet aangebroken.Beter nog: “Het staat nog in de kinderschoenen, Daar spelen meerdere factoren in mee. Een daarvan wordt steeds tastbaarder: de verandering van het klimaat. Zowel bij hittestress als bij enorme hoosbuien speelt groen een positieve rol. Des te belangrijker wordt dat in de gebiedsontwikkeling als je kijkt naar de verdichting van onze steden. Groen kan ook alleen bestaan als er beestjes zijn en omgekeerd. We komen er steeds meer achter hoe je netwerken kan maken die plant en dier een kans te geven om voort te leven. Dat je die biodiversiteit werkende krijgt in de stad is heel belangrijk.”

groen op het werk
Het aantrekken en vasthouden van goed en gemotiveerd personeel is een uitdaging. Burn-out en andere mentale aandoeningen staan bovenaan de lijst van beroepsziekten. Er is veel eenzaamheid ondanks de hoge bevolkingsdichtheid.
Niet alles kan op elk dak, maar op elk dak kan altijd wel iets
V.H.G.
Veel van deze problemen zijn niet groen. Aan de oplossingen kan groen in de vorm van meer levende gebouwen bijdragen.We zijn vaak geneigd om alles technisch op te lossen. Bij levende gebouwen draagt groen integraal bij aan het oplossen van vraagstukken: Groen en techniek kunnen daarbij samenwerken of elkaar versterken.

bouw ambitie
Hoe actueel is de enorme bouw- en verduurzamingsopgave, die op dit moment voor ons ligt. Nederland moet de komende jaren 75.000 woningen per jaar bouwen, maar ook moet de biodiversiteit versterken. Kan natuurinclusief bouwen deze opgaven combineren, gericht op een gezond en aantrekkelijk leefmilieu voor mens én natuur? Mensen maken het verschil!. Ook voor natuurinclusief bouwen geldt dat de ketting zo sterk is als de zwakste schakel. De hele keten moet kloppen. Natuurinclusief bouwen moet onderschreven worden door bestuurders, projectontwikkelaars, woningbouwcooperaties en aannemers. De (omgevings) visies en beleidsplannen, moet tleidend zijn bij (landschaps)architecten en stedenbouwers en uiteindelijk in goede handen komen bij aannemers, bewoners en beheerders. Verschillende gemeenten kennen inmiddels specifieke voorschriften voor natuur inclusief bouwen. De tijd is er rijp voor. Er is nog iets dat de urgentie van eennieuwe aanpak vergroot. De klimaatverandering zal vaker tot hoosbuien en hoge temperaturen leiden. We moeten schade door wateroverlast en hittestress aanpakken door nu al maatregelen te nemen.

groen is het toverwoord
Mensen voelen zich gelukkig en gezonder met groen om zich heen, zowel in de openbare ruimte, tuinen als in gebouwen. Als we onze gebouwen op een goede manier vergroenen, verbeteren we tegelijk de kwaliteit van onze wijken. Het zijn kleine dingen die al een verschil kunnen maken. Alle handelingen samen zorgen voor een grote verandering. Met het vergroenen van onze woningen, scholen, bedrijven, zorginstellingen en openbare gebouwen maken we onze steden en dorpen een stuk aantrekkelijker voor mensen, dieren en planten.

Groen kan niet zonder blauw
Groen in de gebouwde omgeving, groene daken en groene gevels dragen bij tot een beter leefklimaat. Wetenschappelijk onderzoek heeft dat al onomstotelijk aangetoond. Groen kan niet zonder blauw. Daarom zouden zij samen eingelijk het vertrekpunt moeten zijn binnen de ruimtelijke ontwikkeling. (Groen ontworpen gebouwen worden in de planvorming eerder goedgekeurd) We kunnen creatief en innovatief zijn door groen en blauw aan gebouwen (rood) en infrastructuur (grijs) te koppelen. Van groene daken met sedum tot complexe daktuinen en natuurdaken. Het visioen van het complete groene gebouw dat ik wel eens op futuristische plaatjes zie, is al realiteit geworden met ‘Bosco Verticale’ in Milaan als inspirerend voorbeeld. De verticale bostorens in Milaan zijn een logisch eigentijds fenomeen. De meerwaarde van het groene gebouw wordt hierbij uitgedrukt in de productie van zuurstof (19 ton/jaar) en de absorptie van CO2 (10 ton/jaar) Met groen wordt hier een gemiddelde koeling van 6 graden bereikt.

verschillende trends
- Gebouwen worden heel anders. Ze krijgen bijvoorbeeld gedraaide vormen zodat de orientatie maximaal is voor groen en voor de mens. Optimaal in ontwerp qua daglicht, privacy, geluid en binnenklimaat. Het uitzicht in de volgebouwde omgeving wordt steeds belangrijker. Vooral uitzicht op groen wordt waardevol.
- Beplanting wordt leidend in het ontwerp, iets wat nu al te zien is in het toegenomen respect voor het bestaande landschap. We bouwen al steeds meer om de natuur heen. Binnenkort wordt die natuur een met architectuur en worden gebouw en groen een soort levend organisme. Naast dat ze energie opwekken en lucht zuiveren, produceren ze straks wellicht ook aangename natuurgeluiden.
- Er ontstaan nieuwe termen voor de samensmelting en samenwerking tussen groen en bouwen, zoals ‘baubotanik’en ‘hortitecture’. Groene gebouwen zijn geen tijdelijke trend, ze zijn inmiddels al voorbij de pioniersface. Het gaat erom de juiste beplanting op de juiste plekken integraal in, op en aan gebouwen toe te passen.

gebouw en omgeving
We hebben het niet meer over minder slechte gebouwen. Niet van negatief naar nul. Het gaat om levende gebouwen* die hun omgeving beter maken. Van negatief naar positief. Over interactie van gebouw met de locatie. De gebouwen van de toekomst zijn slimme gebouwen met groen-blauwe daken die samen met het waterschap de waterhuishouding in de wijk regelen. Kortom; gebouwen die echt natuurinclusief zijn ontworpen, waarbij ook standaardvoor diereneen programma van eisen is meegenomen in het ontwerp.
*Levende gebouwen, dat zijn gebouwen die energieneutraal, klimaatrobuust én natuurinclusief zijn. Na het concept ‘De levende tuin‘ komt Branchevereniging VHG nu ook met ‘het levende gebouw‘.

gemengde gebouwen
Voor de leefbaarheid van steden is het goed dat gebouwen gemengde functies hebben. Dit bevorderd het ontmoeten van mensen en drukt minder op de mobiliteit. Groen heeft positieve effecten op de diverse functies in de gebouwen. Door diversiteit in functies worden gebouwen kleine steden in het groen.

flexibele gebouwen
Gebouwen of onderdelen van gebouwen veranderen in de loop van de tijd. Het zijn adaptieve gebouwen voor de huidige en toekomstige gebruikers. Omdat groen een positief effect heeft op de vele gebruiksfuncties van gebouwen, kan het gewoon behouden blijven of worden hergebruikt bij transformatie voor toekomstig hergebruik. Bij geheel andere indelingen of renovaties zijn groene gevels, groene daken en groene beplanting modulair, demontabel en remontabel. Ze kunnen in andere opstellingen goed worden hergebruikt.
Natuurinclusief bouwen
Natuurinclusief bouwen past bij al deze ontwikkelingen. Het brengt de verschillende invalshoeken samen, zowel de meer harde bouwfysische voordelen van groen als de meer zachte factoren vanuit de relatie groen en mens (biofilie) . Deze laatste factoren zijn in hun uiterlijke effect heel groot Vooral voor omgevingen die bijdragen aan minder stress, meer sociale samenhang en meer innovatie. Door de principes van natuurinclusief bouwen toe te passen in de ontwerpen voor nieuwbouw en renovatie van nu, anticiperen we meteen ook op prettige en gezonde gebouwen voor de toekomst. Het concept en de thema’s van natuurinclusief bouwen zijn universeel en tijdloos.

het concept ‘levende gebouwen’
We zullen het snel eens zijn over de vraag wat een ‘niet levend gebouw‘ is. We denken direct aan de buitensporige toepassingen van steen, beton en glas; er is geen groen of natuurlijk element te bekennen.
De vraag wat een ‘levend gebouw’ is, is niet zo eenduidig te beantwoorden. En dat is maar goed ook. Ieder gebouw biedt volop ruimte om te varieren. Juist variatie met groen, zowel tussen verschillende gebouwen als binnen een gebouw, is een sleutelbegrip als we het hebben over levende gebouwen. Het levende gebouw is er vooral voor mensen.

thema’s
Er zijn 19 thema’s benoemd, op basis van wetenschap, wensen van gebruikers en de mogelijkheden van het Levende Gebouw. Alle thema’s vallen onder de grote maatschappelijke dossiers zoals gezondheid, duurzaamheid, klimaat en economie en dragen bij aan een betere leefomgeving.

verzamelbegrippen: gezondheid, duurzaamheid, beleving en sociale cohesie
Gezondheid, duurzaamheid en beleving zijn verzamelbegrippen. Hoe gaan we daarmee om? We weten bijvoorbeeld dat groen goed is voor onze gezondheid en ons welbevinden, maar er zijn meer factoren die een rol spelen , denk aan ontspanning, beweging, voedsel, temperatuur en luchtkwaliteit. De factoren waar groen effect op heeft worden thema’s genoemd. Het levende Gebouw heeft op verschillende thema’s positieve effecten en helpt zo onze gezondheid en ons welbevinden te verbeteren. Hetzelfde geldt voor de verzamelbegrippen duurzaamheid, beleving en sociale cohesie. Bij duurzaamheid kunnen we denken aan duurzame materialen en biodiversiteit, maar ook aan lokale voedselproductie en groene educatie. En beleving gaat over zintuiglijk ervaren van de omgeving; zien, ruiken, horen, proeven en voelen. Groen vervult dan niet alleen een decoratieve zintuiglijk passend groen draagt ook bij aan een helende omgeving. Aantrekkelijke veilige groene ruimten dragen bij aan een meer sociale samenhang

Natuurinclusief bouwen vervult meerdere functies tegelijk. Groene daken verminderen bijvoorbeeld overlast van water, hitte en lawaai. Daarnaast hebben ze een positief effect op de biodiversiteit en luchtkwaliteit. Ze kunnen ook nog eens dienen als ontmoetingsplek en versterken de sociale cohesie.
symbolen
Voor de 19 thema’s zijn symbolen ontwikkeld. Deze zijn geordend onder 4 pijlers: klimaat, mens, natuur en economie. Alle thema’s van het Levende Gebouw dragen bij aan een prettige, gezonde en duurzame leefomgeving. We zijn vaak geneigd om economie op nummer 1 te zetten, maar zonder een gezonde leefomgeving en gezonde mensen is er geen gezonde economie. Architectuur en omgeving zijn ook van invloed op ons welbevinden; groene levende gebouwen hebben grote impact op ons mentale en fysieke welzijn. De thema’s onder de pijler mens krijgen daarom ruim aandacht.

Het levende Gebouw heeft meerwaarde
- KLIMAAT: Water, Temperatuur, Luchtkwaliteit
- MENS: Veiligheid, Bewegen en spelen, Ontmoeten, Productiviteit en leerprestaties, Ontspannen, Geluid, Uitzicht en kleur, Geur
- NATUUR: Bodem, Voedsel en bloemen, Biodiversiteit, Educatie, Duurzame materialen
- ECONOMIE: Onderhoud, Energie, Baten
- Beleving: Water, Geluid, Uitzicht en Kleur, Geur, Luchtkwaliteit, Temperatuur, Voedsel en bloemen, Biodiversiteit, Educatie, Ontspanning, Ontmoeten
- Duurzaamheid: Water, Bodem, Voedsel en bloemen, Biodiversiteit, Educatie, Duurzame Materialen, Onderhoud, Energie
- Gezondheid en welbevinden: Ontspannen, Ontmoeten, Bewegen en spelen, Veiligheid, Voedsel en bloemen, Geluid, Uitzichten Kleur, Geur, Luchtkwaliteit, Temperatuur, water
- Socale Cohesie: Veiligheid, Bewegen en spelen, Ontmoeten, Voedsel en bloemen.
De verschillende symbolen staan in een logische volgorde naast elkaar gerangschikt. De juiste samenstelling van de bodem van een daktuin heeft bijvoorbeeld effect op de ontwikkeling van de beplanting: voedsel en bloemen, wat weer verband heeft met de bijdrage aan de biodiversiteit.
Groentoepassingen met aandacht voor Geur- en Kleurgebruik en het verminderen van geluidshinder hebben effect op ontspannen
Veilige groen omgevingen hebben invloed op de vastgoedwaarde onder Basten, en de keuze voor Duurzame materialen op Onderhoud
Het levende gebouw gaat over een integrale benadering, waarbij de verschillende meerwaarden van groen tegelijk ingezet kunnen worden. De winst van de investeringen in groen voor verschillende functies kan gestapeld worden.
bloemmodel
Om in een oogopslag te kunnen zien in hoeverre een situatie voldoet aan het principe van het Levende Gebouw kunnen de symbolen gebruikt worden. Dat is een handig hulpmiddel om te bekijken op welk vlak verbetering mogelijk isin de huidige situatie, de gewenste situatie of een voorbeeld situatie.

beplanting
Beplanting wordt benaderd vanuit de functies die groen kan vervullen. Beplanting die past bij bepaalde functies of meerwaarde heeft voor gebruiker of locatie .
tips voor het toepassen van het bloemmodel:
- Benut de beschikbare ruimte en oppervlakte, horizontaal en vertikaal
- Plaats het groen daar waar het de gewenste functie optimaal kan uitvoeren
- varieer met structuur en hoogte
- Zorg voor beschutting voor mens en dier
- Schep variatie in de beplanting, met oog voor bloemen en nectar, geuren en kleuren, blad en bloemvormen
- Pas eetbare soorten toe
- Zorg dat bloei tijdens het gehele seizoen ( bloemenboog)
- Kijk waar techniek en groen ( Cradle 2 Cradle) elkaar kunnen versterken
- Neem deskundig onderhoud mee in de budgetering

groene diensten
Wil je meer weten over de kosten van een groene werkplek? Bel mij, want ik kom vrijblijvend bij je langs. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen zich beter voelt en beter presteert in een omgeving waar planten groeien en bloeien. Met mijn groene diensten voeg ik kwaliteit toe aan iedere ruimte. Rudy Klaassen 06-10883184.

Hulp nodig?