Al van jongs af aan ben ik gek op fruit! Mijn ouders hadden een boerderij met een boomgaard met oude fruitrassen. Ook hadden we moerellen rondom de boerderij geplant. Als we hier van wilden genieten, moesten we de vogels voor zijn. Mijn vader zette deze op sterk water en in de wintertijd kwam dit goddelijke drankje op tafel, vooral bij feestjes. Verder maakte mijn moeder eigen appelmoes, heerlijke gestoofde peren, kersensap en pruimenjam. Sinds ik met mijn vriend en mijn hond Tybo in Geleen wonen hebben we een eigen lapje grond om ons huis maar is er helaas geen plek voor een hoogstamfruitboom. Als de ruimte beperkt is kun je als nog voor laagstam fruitbomen gaan, maar heb je genoeg ruimte, ga dan de hoogte in, want het is zoveel meer dan alleen fruit!

planttijd
Fruitbomen kunnen geplant worden in de periode van half oktober tot einde maart. November en december zijn echter de beste maanden (niet bij vorst) omdat de bomen dan nog vóór de winter nieuwe wortels kunnen aanmaken en dus beter aanslaan.

Hoogstam: de bomen vertakken vanaf een hoogte van 180-200cm. Je mag de eerste vruchten verwachten na zeven tot tien jaar. Plant ze 7-8m uit elkaar.
Halfstam: de bomen vertakken vanaf een hoogte van 100-150cm. De eerste vruchten verschijnen na vijf jaar. Plant ze 4-6m uit elkaar.
Spil/laagstam: de bomen vertakken vanaf ong. 60-80cm. De eerste vruchten verschijnen na een tot vier jaar. Plant ze 2-3m uit elkaar

De meeste fruitrassen zijn geënt op onderstammen van andere rassen van dezelfde fruitsoort: appel op appel en peer op peer. De keuze van de onderstam bepaalt de groeikracht van de boom. Het gebruik van onderstammen is nodig voor het behoud van zuivere rassen.

waarom hoogstam fruitbomen zo belangrijk zijn
Hoogstamfruitbomen kunnen heel breed en hoog worden, soms wel 12 meter. En onder de bomen kan vee grazen. Zo kan de grond voor meer doelen tegelijk worden gebruikt. Hoogstamboomgaarden zijn om veel verschillende redenen goed voor mens, dier en milieu. Een hoogstamboomgaard is een groep hoge fruitbomen, bijvoorbeeld in een weiland. Bekende fruitsoorten die in Nederland groeien zijn de appel, peer, kers en pruim, hazelnoot. Na de Tweede Wereldoorlog zijn veel hoge fruitbomen gekapt voor lagere fruitbomen. Dat gebeurde omdat lage fruitbomen minder arbeidsintensief zijn, en meer fruit opleveren.

Waarom zijn deze boomgaarden belangrijk?
Hoogstamboomgaarden zijn heel waardevol. We willen deze oude rassen zoveel mogelijk bewaren. Niet alleen omdat ze prachtig zijn en in ons landschap thuis horen. Maar ook omdat ze veel dieren aantrekken.

aantrekkelijk voor dieren
De boomgaard trekt veel dieren aan. Veel verschillende insecten en vogels vinden hier bescherming en voedsel. De vogels komen ook af op de insecten.

Oude fruitrassen behouden
Help ons voorkomen dat oude fruitsoorten uitsterven. Onderhoud daarom juist die oude fruitbomen goed. En maak mensen weer bekend met dat fruit

veel verschillende planten en dieren
Een goed gesnoeide boomgaard trekt veel verschillende planten, mossen en dieren aan. Want zo’n boomgaard zorgt voor verschillen in zonlicht, temperatuur, wind en vochtigheid.

aantrekkelijk landschap
Bloeiende fruitbomen zijn prachtig.. en populair bij wandelaars en fietsers. Ze maken het landschap afwisselend en aantrekkelijker voor planten en dieren.

waar vind je deze boomgaarden
Oude hoogstamboomgaarden uit de 20e eeuw komen voor in Gelderland, Overijssel,Limburg, Utrecht, Zeeland, Noord-Holland en Zuid-Holland. De meeste hoogstamfruitbomen zijn van particulieren. Dat komt doordat de overheid sinds de jaren ’90 particulieren stimuleert om hoogstamfruitbomen aan te planten en te onderhouden. Je krijgt bijvoorbeeld subsidie als je een boomgaard bij je huis aanplant. De overheid stimuleert dit, omdat kwekers vooral laagstampfruitbomen zijn gaan kweken. Zo wil de overheid voorkomen dat de oude hoogstamfruitbomen verdwijnen.

Hoe herken je een fruitboom?
Als je fruitbomen wilt onderhouden, moet je ze kunnen herkennen. Dat is makkelijk als ze vruchten dragen. Maar meestal snoei je in het najaar of in de winter. Hoe herken je ze dan? Veel fruitbomen kun je herkennen aan hun entpunt. Het entpunt van een appelboom ziet er anders uit dan van een kers. Enten doe je door een tak van een goede boom op de stam van een andere te planten. Fruitbomen herken je soms aan hun vorm: de kruin van een perenboom heeft bijvoorbeeld de vorm van een peer. Kijk ook naar de stam, bladeren en bloesems.

de appelboom
De appel is een pitvrucht. Er zijn meer dan 80 verschillende soorten. Doordat appels eeuwenlang met elkaar gekruist zijn, kunnen we ze nu eten. De oudste appelsoorten groeien aan hoogstambomen. Appelbomen bloeien na perenbomen, meestal eind april.
- de stam van een appelboom is ruw
- de bladeren van een appelboom hebben een rand met kleine tandjes. De onderkant voelt zacht en heeft kleine haartjes. Je ziet de nerven hier goed.
- de kruin van een appelboom heeft meestal een appelvorm. Maar dat geldt niet voor elke appelboom . Om een appelboom te herkennen, moet je ook kijken naar andere kenmerken.
- de bloesem is half open licht roze en als ze helemaal open zijn wit.

de perenboom
Ook peren zijn pitvruchten. Er zijn handperen en stoofperen, ongeveer 40 soorten. Peren zijn meestal groen. De handpeer heeft een zachte schil en sappig vruchtvlees. De stoofpeer kook je eerst. De meeste perenbomen bloeien in april, na pruimen en ongeveer tegelijk met kersenbomen.
- de stam van een perenboom groeit steil omhoog en de stam is ruw met schubben.
- de bladeren van een perenboom zijn donkergroen, en harder dan die van een appelboom. Het blad is smaller, scherper, voelt niet zacht en heeft een gladde rand. Nerven zie je minder goed.
- de kruin van de peer kan heel erg verschillen want veel eigenaren buigen de takken horizontaal. De takken groeien omhoog
- de perenbloesem zijn meestal wit. Prachtig bij een volle boomgaard.

de pruimenboom
Pruimen hebben middenin een harde pit. We noemen ze steenvruchten. Pruimenbomen zijn meestal kleiner dan appelbomen of perenbomen.
- de pruimenbloesem is meestal wit. de knoppen of bloempjes zijn bruinig zwart en puntig. Bij een volle boom lijken het wel stekeltje
- de stam van een pruimenboom heeft meestal redelijk gladde, wat rode stam met lenticellen. Dat zijn heel kleine gaatjes waar de bast doorheen kan ademen.
- de kruin van een pruimenboom lijkt vaak op een omgekeerde piramide, doordat de takken schuin om hoog groeien . En als de takken uitzakken, lijkt de kruin op een bol.

de kersenboom
Kersen zijn ook steenvruchten. Er zijn 2 soorten: de zoete kers en de zure kers. De bekende zoete kersen kun je lekker opeten. Dat kan niet met de zure kers, ook wel kriek. Dit zit wel in verschillende producten, zoals kriekbier.
- de kersenbloesem is wit en bloeien meestal eind april, ongeveer tegelijk met de perenbloesem. De ronde knoppen groeien in groepjes bij elkaar, ook wel kanteeltjes.
- de kruin van een kersenboom lijkt op de kruin van een pruimenboom. De takken steken scherp omhoog, en kunnen door hun eigen gewicht gaan hangen.
- de bladeren van een kersenboom zijn eerst lichtgroen en later donkergroen. De onderkant voelt zacht, ze zijn langwerpig met spitse punt en kartelrand. Ze kunnen weer dan 10 cm lang worden.
- de stam van een kersenboom is een gladde, wat rode stam en takken, met horizontale strepen erop. Deze strepen zijn lenticellen. Dit zijn kleine openingen waar de bast doorheen kan ademen.

wat wil je bereiken?
Wil je een hoogstamboomgaard inrichten en onderhouden? Dan moet je eens kijken naar de bomen en de boomgaard zelf. Zijn de bomen gezond, hebben ze genoeg ruimte, is de ondergrond goed? Daarna vraag je jezelf af wat je precies wilt met deze boomgaard? Wil je gewoon een mooie boomgaard met gezonde bomen? Of wil je bijvoorbeeld ook dat de boomgaard veel fruit opbrengt? Pas als je antwoord hebt op deze vragen, kun je een goed beheersplan maken. En kun je bepalen wat je allemaal moet doen om een gezonde boomgaard te krijgen. Dan weet je bijvoorbeeld of je bomen moet kappen en welk snoeiplan je nodig hebt.

maak een beheersplan

hoe gezond zijn de bomen?
Vraag eerst:
- zijn de bomen gezond? Of zijn ze oud of ziek?
- Is er genoeg licht en ruimte voor de bomen? Of staan ze te dicht bij elkaar?
- Is het genoeg om bomen alleen te snoeien? Of kun je beter een deel kappen?
- Is het verstandig om nieuwe bomen te planten?

hoe is de ondergrond?
Ook de ondergrond voor de bomen erg belangrijk :
- is deze niet te vochtig of te droog?
- zorgen planten onder de bomen voor problemen?
- is de grond wel vruchtbaar genoeg?

wat wil je bereiken?
Welk doel heb je met de boomgaard?
- wil je meer verschillende planten en dieren in de boomgaard? Dan moet je bijvoorbeeld minder maaien, zodat er meer vlinders en insecten komen
- wil je vooral een mooie boomgaard?
- wil je dat de boomgaard veel fruit opbrengt?

wil je er geld mee verdienen?
Je kunt op verschillende manieren geld verdienen met een boomgaard:
- met het fruit uit de bomen
- door vee te laten grazen op de vruchtbare grond onder de bomen
- door mensen te laten kamperen op de heerlijke plek onder de bomen.

houd je bomen gezond!
Het belangrijkste voor een gezonde boomgaard is genoeg licht en lucht en een gezonde bodem. Schimmels, parasieten en sommige insecten zijn slecht voor bomen. Maar er zijn ook insecten die juist goed zijn. Wat kun je doen om bomen gezond te houden?
- Voorkom schade aan de bomen, bijvoorbeeld door dieren of schurende takken. Snoei grote takken. Zo wordt een boom minder snel ziek.
- Gebruik beestjes als bestrijding. Bestrijd luizen of andere schadelijke beestjes met beestjes die hun natuurlijke vijanden zijn. Bijvoorbeeld roofmijten of wantsen. Er zijn ook andere natuurlijke middelen, zoals plakstrips
- Voorkom parasieten en schimmels. Zorg dat de kruin open is en snoei op het juiste moment. Zo verdampt vocht sneller en voorkom je parasieten en schimmels zoals loodglans, kanker en meeldauw.
- Zorg voor bijen in de boomgaard. Zorg dat de honingbijen in de boomgaard komen. Hun bestuiving zorgt voor veel fruit. Overleg met imkers uit de buurt als je meer honingbijen wilt.

fruitbomen planten
wanneer:
Fruitbomen plant je na de bladval en voor 21 december. De bodem mag niet te nat, niet te droog en niet te hard zijn.

hoe?
Zet fruitbomen ver genoeg uit elkaar:
- appelbomen: 8 tot 10 meter
- perenbomen 6 tot 8 meter
- pruimenbomen 5 tot 7 meter
- kersenbomen: 8 tot 10 meter
Zo krijgen ze als volwassen bomen genoeg licht, en gaat fruit minder snel rotten.

wat doe je wel:
- plant de bomen tussen november en maart
- zet bomen die je niet meteen plant, tijdelijk in een kuil.
- maak de bodem los in het gat waar je de boom gaat planten
- zorg dat de ent-knobbel boven de grond blijft. Dat is de ronde knobbel boven de kluit
- Doe compost of tuinaarde bij de boom. En geef water als er weinig neerslag is.

wat doe je niet?
- bomen dicht bij elkaar planten
- het gat te klein maken
- bomen zo planten dat de kleinste takken aan de noordkant zitten.
- de boompalen en vraatbeschermer vergeten
- de boomband te laag zetten en vergeten te spannen

Planten
Heb je de bomen geplant? Dan is het belangrijk dat je ze goed gaat snoeien. Daar begin je meteen mee na het planten. Je snoeit de bomen elk jaar. Oude en ongezonde bomen moet je voorzichtig en minder vaak snoeien dan jonge en gezonde bomen.

snoeien
Snoeien is het meeste werk in een boomgaard. En misschien ook wel het belangrijkste. Snoei je een boom goed ? Dan bereik je daarmee het volgende:
- de boom wordt sterker
- de boom blijft gezond
- je hebt invloed op hoe een boom groeit
- je hebt invloed op de vorm van de kruin.
Jonge bomen snoei je op een andere manier dan oude of ongezonde bomen. Het is in ieder geval altijd belangrijk dat je het verschil ziet tussen de harttak en gesteltakken.
- De harttak is de tak die vanaf de stam recht naar boven loopt.
- Gesteltakken zijn de zijtakken van de harttak

hoe ga je snoeien?
Elke boom heeft een evenwicht tussen de stam, takken en wortels. Na elke snoeibeurt herstelt de boom dit evenwicht door nieuwe takken te vormen. Kies zelf welke taken je wilt versterken. Bedenk ook of je een bepaalde vorm wilt krijgen.
Als je ver terugsnoeit, komen er langere en sterkere takken. Als je niet of weinig snoeit, krijg je veel zijtakjes. En dan groeit er minder lekker fruit aan. Begin boven in de boom met snoeien. Want daar groeit de boom het hardst.
- Wil je lange takken? Snoei dan 1/3e deel van de tak terug
- wil je dikke takken ? Snoei dan 2/3e van de tak terug.
- laat horizontale scheuten zitten. Die zorgen voor meer fruit.

jonge fruitbomen snoeien
Wil je een jonge boom in een vorm snoeien? Dan moet je de volgende keuzes maken:
- Moet je de harttak wegsnoeien? Bij de perenboom niet, bij de appelboom meestal wel.
- hoeveel gesteltakken wil je in de kruin? Kies er niet te veel! Snoei ze daarna. Zo zorg je voor een mooie evenwichtige kruin.

oudere bomen snoeien
Een oude boom is vaak dichtgegroeid. Snoei oudere bomen daarom zo dat er genoeg licht en lucht in de kruin komt. Doe dat in de volgende stappen:
- haal dood en ziek hout weg, en takken die tegen elkaar aan groeien of afgebroken zijn.
- Kies een paar goede takken. Snoei de rest weg.
- Haal takken weg die omhoog groeien. Want die nemen energie weg en zorgen voor minder fruit.
- Zitten er veel scheuten aan een dikke tak in de kruin? Haal de minst goede takken weg. Dan gaan de andere takken beter groeien en komen er meer vruchten.
- Snoei niet alleen in 1 keer, maar doe het in fases. Ook al kost je dat meer werk.

En nu aan de slag
- Voorzie een voldoende ruim plangat van 50 x 50 x 50cm.
- Hou de vruchtbare grond van de bovenste laag gescheiden van de andere grond.
- Voorzie een steunpaal en sla die zo’n 60-70cm in de grond. De lengte van de paal voorzie je zo dat de bovenkant zo’n 5-10cm onder de kroon van de boom blijft. Houd tussen de paal en de boom ongeveer 10cm afstand. Bevestig een boomband in achtvorm. Controleer deze regelmatig. Bij grotere bomen kan de paal na vier tot vijf jaar worden weggenomen.
- Kort voor het planten de lange en gebroken wortels in.
- De plantdiepte is van groot belang. De vruchtbaarheid en opbrengst hangt hiervan af. Wordt een fruitboom te diep geplant, dan maakt hij te veel wortels aan en gaat hij te sterk groeien en minder fruit produceren.
- De algemene regel is dat de entplaats ongeveer 10 tot 15 cm boven de grond staat. Zet de planten niet dieper dan ze op de kwekerij stonden.
- Gebruik de uitgegraven grond, eventueel vermengd met een bodemverbeteraar, om het plantgat opnieuw te dichten. Na een paar scheppen schud je de boom wat los, zodat de grond goed tussen de wortels komt.
- Goed aanstampen en flink water geven.
- Leg een laag mulch van bladeren of compost rond de stam om uitdroging te voorkomen en de boom te beschermen tegen vorst.
- Voorzie eventueel een boomband (in kunststof) om de boom te beschermen tegen hazen- en konijnenvraat.
