| Type dienst | Lessenserie / Project |
| Geschikt voor leeftijden | PO - Bovenbouw |
| Duur | 6 x blokuur |
Scholen hebben over het algemeen een slechte naam als het gaat om een gezonde leefomgeving. Zo heeft het binnenmilieu vaak een slechte ventilatie en is het CO2 niveau vaak veel te hoog. Ook betaald de school vaak een hoge energierekening omdat vaak de verwarming hoog staat en de ramen en deuren wijdt open. Om energiebewustwording te creëren kan ik in 6 weken tijd van inventariseren tot aanbevelingen voor acties van de kinderen aan het schoolmanagement en de gemeente begeleiden.
Hoe gaan we dat oplossen?
Energieke Scholen is een lesprogramma waarbij basisschoolleerlingen aan de slag gaan met energie en binnenmilieu om hun schoolgebouw energiezuiniger en gezonder te maken.
Energieke Scholen biedt aanknopingspunten om duurzaamheid te vertalen naar de dagelijkse praktijk van het onderwijs zoals bijvoorbeeld het bijhouden van het energieverbruik als rekenonderwijs.
Energieke Scholen is opgebouwd uit verschillende modules. Door deze modules kan elke school het programma uitvoeren op een manier die past bij de eigen situatie. Zo is er een verkorte versie, werken met een gastdocent, een module over zonne-energie, uitbreiding naar ouders of aan de slag met crowdfunding. Kies je eigen variant ! Met dit lesprogramma krijgen leerlingen inzicht in de technische aspecten van het binnenmilieu waar ze dagelijks mee in aanraking komen, en worden uitgedaagd om hun werkomgeving te verbeteren. Ze doen in tweetallen metingen met een CO2-meter, een lichtmeter, een geluidsmeter, een energiemeter en een thermometer. Met behulp van werkboekjes ontdekken ze wat de staat van hun directe leefomgeving is, en hoe die gezonder en milieuvriendelijker kan worden.
Wat zijn de voordelen?
Leerlingen maken kennis met de besparingstips en –maatregelen. De kinderen staan er versteld van hoe veel kosten de school kan besparen met een thermostaat op elke radiator en het plaatsen van tochtstrippen ( ruim 100 euro) . Ook de directeur en het bestuur van de school krijgt een helder beeld waar de grote slurpers van het gebouw zich bevinden en dat je wel 30% van de energierekening kunt besparen door gedragsmaatregelen. aan te passen, zoals voor dat de school begint de klaslokalen te ventileren en de verwarming laag als de ramen open gaan etc.
Breng het energie- en brandstofverbruik van jou organisatie in kaart en creëer inzicht en bewustwording. Met de verbruiksgegevens berekent jij vervolgens op het Klimaatplein gratis de eigen CO2-voetafdruk. Doe je dit jaarlijks dan maakt dat ook het resultaat van genomen besparingsmaatregelen zichtbaar. In een fris en comfortabel klimaat gedijen de leerlingen goed. Ze hebben het niet te warm of te koud, hebben goed werklicht, en ademen gezonde lucht in met voldoende zuurstof. Die lucht is bovendien niet te droog of te vochtig. De kinderen zitten daardoor lekker in hun vel. Ze worden niet snel ziek en presteren aantoonbaar beter.
Onze school mag elk jaar intekenen voor NME-lessen. (NME staat voor natuur- en milieu-educatie - red.) Dan bestellen we per klas 2 leskisten voor natuurlessen in de klas. Daarnaast bieden NME-docenten boslessen aan. Ik dacht: “Waarom niet?! Biologielessen in de klas zijn toch anders dan buiten, waar leerlingen zelf kunnen ontdekken.” In eerste instantie koos ik voor 1 bosdag. Dat werden er 3, verspreid over 3 maanden, zodat je de veranderingen van het bos ziet.
Rudy vroeg in de 1e les wat de kinderen wilden leren, wanneer ze de natuur zouden gaan voelen, zien en ontdekken. In de volgende lessen besteedde hij daar aandacht aan. Die leerwensen waren bijvoorbeeld: ‘Ik wil niet meer bang zijn voor spinnen’, ‘Ik wil niet meer bang zijn voor water’, ‘Ik wil een kasteel bouwen in het bos’, ‘Ik wil alleen durven zijn in het bos’, ‘Ik wil graag de volgens horen zingen’, ‘Ik wil de pissebedden horen poepen’, ‘Ik wil niet meer bang zijn voor honden’, ‘Ik wil rustig worden in mijn hoofd’.
Het was een groot succes. De kinderen waren zó enthousiast, dat ze aan de volgende groep al hadden verteld hoe leuk het was en wat ze allemaal zouden gaan doen. Deze groep vroeg dan ook ongeduldig: “Juf, wanneer gaan we naar het bos?!”
De laatste dag was snikheet – de kinderen lagen na een kort lesje al in het water. Wanneer we nu met de kinderen een buitenlesdag hebben, nemen ze uit zichzelf al hun zwemkleding mee voor het geval de middag weer zo heet is, ook als ik er niks over gezegd heb. De leerlingen hebben het – na een jaar – nog steeds regelmatig over Rudy’s buitenlessen.
Deze Diemer kinderen, die nauwelijks in het bos komen, hebben heel veel beleefd en ervaren. En ze hebben geleerd dat ze zuinig moeten zijn op de natuur en niet alles moeten weggooien. En sommige kinderen overwonnen hun angsten.
Ik raad Rudy zéker aan bij andere leerkrachten. Hij is enthousiast, heeft affiniteit met kinderen en weet veel. Hij staat open voor ideeën, samenwerking en terugkoppeling. Wat wil je nog meer?
