Zelf zaaien, verzorgen en het oogsten van groenten en bloemen. In de schooltuin komen kinderen samen met de natuur tot bloei. Schooltuinieren legt de basis voor een gezonde smaak, een duurzame toekomst en laat kinderen hun natuurtalent ontwikkelen. de schooltuin is een praktische omgeving , waar kinderen leren over de natuur en duurzame voedselproductie, en waar ook de basisvaardigheden zoals rekenen en taal aan bod komen.

Een moestuin, wat brengt dat op?
Zelf je groenten, fruit en kruiden kweken, brengt dat eigenlijk wel wat op? In een moestuin stop je toch veel tijd, en wat kosten groenten in de winkel? We beginnen met wat harde cijfers, maar graaf je dieper, dan blijkt moestuinieren veel meer op te brengen dan euro’s en kilo’s.

Kilo’s
Hoeveel vierkante meter moestuin heb je nodig om jezelf en je gezin te voeden? Reken even mee: een volwassene heeft 250 g groente per dag nodig, omgerekend 91 kg groente per jaar. Er gaat weleens wat verloren tussen grond en mond, dus laten we 100 kg per persoon per jaar rekenen.

In het Handboek Ecologisch Tuinieren lees je per gewas wat het opbrengt. Een gemakkelijk haalbaar gemiddelde van al die cijfers is 2 kg per m². Dus dan heb je voor een gezin van vier personen theoretisch gezien 200 m² tuin nodig. Heb je een koude kas, serre of platte bak? Dan kun je vele malen meer kilo’s per m² produceren dan in de vollegrond.

Spreid je oogst
Zoveel kilo’s, zoveel euro’s: maar hoe is je oogst verdeeld over het hele jaar? Moestuiniers kennen de pieken wel in volle zomer. De courgetteoogst is niet bij te houden. Maar: in veel moestuinen valt tussen november en eind april nauwelijks nog wat te oogsten. In het Engels noemen ze de schraalste periode, in het voorjaar, the hungry gap.

In het ideale geval spreid je de oogst meer over het hele jaar. Ons klimaat stelt wel beperkingen, maar je kunt heel wat inmaken, wecken, inkuilen, invriezen, fermenteren, en zo de oogst netjes bewaren. Maar vooral een slimme planning van voor- en nateelten levert je een grotere opbrengst op. Winterharde nateelten zijn er genoeg: winterpostelein, palmkool, veldsla en winterprei bijvoorbeeld.

Schakel ook tweejarige en doorlevende groentegewassen in, zoals winterbroccoli, zwartmoeskervel, spinaziezuring en asperges. Die oogst je in het voorjaar nog voor de pas gezaaide gewassen zoals spinazie en radijsjes wat opbrengen.

Onbetaalbare kwaliteit
Neem nu bessen: heel duur in de winkel omwille van de plukkosten. Zelf oogst je bijvoorbeeld tien kilo bessen per jaar, maar het komt niet bij je op om ze te gaan kopen. Erwtjes en peultjes: idem. En dan zijn er nog zoveel gewassen die gewoon niet in de handel komen wegens geen ‘shelf life’ of andere economische waarde, maar die je plukvers en zo goed als gratis uit je tuintje haalt. Tuinmelde en snijbiet, snijsla en radijsjesloof, al die eetbare bloemen, Roomse kervel en Chinees bieslook en zoveel andere smaken. Als je maar een klein beetje tijd of tuin hebt, loont het vooral om die niet-koopbare gewassen te kweken.

Je plukt, vers uit de tuin, en geniet: onbetaalbaar. Voeg daar je trots en je voedselzekerheid aan toe. Je hebt je tomaat nog als zaadje gekend en je oogst de vruchten van je arbeid.
Wat met het werk?
Maar hoe bepaal je die werktijd in de tuin? Reken je de oogsttijd mee? Het opstellen van een teeltplan? Reken je de tijd die je nodig hebt om je erwten te doppen? Als je een dutje doet tussen je tomatenplanten, op je woelvork staat te leunen tussen het werk door, als je een praatje maakt met de buur en wat plantgoed uitwisselt, als je je plantuitjes laat vallen om naar overvliegende kraanvogels te kijken?

Hoeveel tijd besteed je aan het tanden poetsen, je woon-werkverplaatsing, schoonmaken? Dat zijn allemaal activiteiten die we nodig vinden. Hoeveel tijd besteed je aan het genieten van eten, drinken, gezelschap, ontspanning? Dat zijn allemaal activiteiten die we leuk vinden. Voor geen van beide soorten activiteiten houden we de tijd bij. En tuiniers vinden hun activiteit in de tuin leuk én nodig.

Niets dan voordelen
Niet iedereen heeft natuurlijk zoveel tijd en grond, kennis of zin. Maar ook wie maar een heel klein beetje tuiniert, gaat al bewuster consumeren. Geen Keniaanse boontjes of bespoten aardbeien, maar meer lokaal, ecologisch en fair. Een kleinere ecologische voetafdruk en dus beter voor de planeet.

Of je nu 100 procent of 1 procent van je groenten zelf kweekt, een ander netto-effect is in ieder geval dat je meer groenten eet. En dat is op zich al gezond. Mentaal en fysiek doet tuinieren nog meer met je: je wacht geduldig op je eerste radijsjes, je leert omgaan met overvloed en belagers, je beweegt in de buitenlucht, je hebt contact met de seizoenen.

Meten of genieten?
Dus, hoeveel brengt je moestuin op? Die vraag stelde ik aan ongeveer honderd tuiniers. Ik dank de enkelingen die heel nauwkeurig alles bijhielden en me cijfers bezorgden. Maar ik dank ook expliciet de meerderheid die zegt: ‘Ik meet niet, ik geniet.’ Tja, een economische vergelijking roept meer vragen op dan ze antwoorden geeft. Ga dus gewoon door met tuinieren of, bij wijze van goed voornemen, start een moestuintje. Begin klein en kijk wat het met je doet.

Hier mijn tips hoe je in een kleine tuin toch groente kunt kweken.
Tip 1: Begin binnen. Veel groente kun je zowel buiten als binnen zaaien. …
Tip 2: Kruiden in potten. …
Tip 3: Bouw een groentebak. …
Tip 4: Verbouw tomaten en pepers in potten. …
Tip 5: Gebruik de hoogte. …
Tip 6: Biologische groente is lekkerder.
