Menu

Kijk met kinderogen

16 april 2024

Kinderen willen spelen. Overal! Niet alleen op de speelplaats of het trapveldje, maar ook op weg van school naar huis. Of gewoon in de straat. In veel wijken zijn de mogelijkheden om te spelen beperkt. Speelplaatsen zijn fantasieloos of ver weg. De straat is te gevaarlijk en het plantsoen niet geschikt als trapveldje.

Leerlingen presenteren hier hun ideale speelplaats in de wijk.

speellinten

Kinderen vormen “Buitenspelen’ actieteams. Ze fantaseren samen hoe hun ideale speelwijk eruit ziet. In overleg met ouders en andere betrokkenen realiseert de gemeente de ideeën van de kinderen. De kinderen krijgen meer zelfvertrouwen en een sterke band met hun omgeving. Sociale cohesie neemt toe. Het buitenspelen wordt leuker en veiliger. Vaste patronen worden doorbroken. Standaardoplossingen zoals de wipkip gaan van tafel.

In vier stappen realiseer je een speelwijk voor kinderen

Dromen

Eerst gaan we samen met de kinderen dromen hoe het zou kunnen zijn? Hoe willen de kinderen zelf spelen? Willen ze klimmen, kletsen of plekken om verstoppertje te spelen? Mooie plantjes, klimrekken, een kustwerk op de muur of een glijbaan van de top van de kerktoren?

Kinderen zijn oprecht en hebben geen dubbele agenda’s. We gaan mee in hun fantasiewereld, zonder te remmen. Later kijken we wel of iets haalbaar is. De remmen los!
Als je de kinderen zelf spreekt hoor je zoveel meer. Wij hebben de helft van de kennis, de rest haal je bij de kinderen.

Denken

Nu gaan we denken. We kijken samen met de kinderen kijken hoe de wijk er uit ziet en wat er in hun ogen goed en slecht aan is.

Doen

met behulp van smilies laten we de kinderen de wijk verkennen en stellen we de power of 10 samen! De 10 mooiste plekken van de wijk.

De ideeën van de kinderen werken we uit. We schetsen wat we willen gaan maken en leggen die plannen weer voor aan de kinderen. Daarbij vertellen we wat er wel kan en wat niet. Daarna tonen we de ideeen aan de ouders en aan de andere betrokkenen in de buurt.

Volwassenen willen alles veilig hebben. Maar 100 % veiligheid bestaat niet. Vallen hoort bij het leven. Om grenzen te verkennen, grond die na de bouw overblijft voor heuveltjes. Prachtig om vanaf te rollen of te sleeën. Dat soort zaken hoeft niet duur te zijn.

Groeien

Dan komt de fase die we ‘Groeien’ noemen. Het realiseren van de dromen. En de kinderen- en via hen de buurtbewoners- verantwoordelijk maken voor wat er staat. Iedereen moet er trots op zijn, zich een beetje eigenaar voelen. Af en toe een bezem erdoorheen halen om het schoon te houden. Een likje verf als dat nodig is. Of de Gemeente bellen bij grote beschadigingen.

Investeer je in je kinderen, dan investeer je in de toekomst van je stad.

Tips

meet veel ogen zie je meer

Kijk door de ogen van de kinderen. Ga letterlijk en figuurlijk op je hurken zitten, en kijk hoe zij de buurt zien. Laat kinderen zelf foto’s maken. Dan kijk je echt door hun ogen naar de wijk. Leer ook anderen met een kinderblik te kijken; Hang bijvoorbeeld de tekeningen of maquettes van de nieuwe speelplaats op de inspraakavond heel laag op. Zo help je de ouders om vanuit hun kind te denken.

Een goede speelplek is onderdeel van een groter geheel. Maar bij de inrichting van een wijk moet al aan veel dingen gedacht worden. Vrij buitenspelen komt er vaak bekaait vanaf. Het resultaat standaardveldjes ter grote van een postzegel. Wipkip er op. Hekje er om heen. Kinderen vinden dat niet spannend. Daarom moeten ze zelf een stem krijgen bij het ontwikkelen van speelruimte. Gemeenten weten vaak niet hoe je kinderen mee kunt laten denken.

van vragen wordt je wijzer

Kinderen moeten het project ‘leuk’ vinden. Als het saai is, zijn ze snel vertrokken. Neem ze serieus, maar benader ze op hun eigen niveau. Stel de juiste vragen. Niet; welk speeltoestel zouden jullie willen?, maar: “waar speel jij? “en “Wat doe je daar dan?”. Leg uit dat niet alles wat ze willen er ook komt. Dat er met meer mensen rekening gehouden moet worden. Dat snappen ze best. Kom afspraken na. Hou de kinderen minstens elke maand op de hoogte van de vorderingen. En vier samen de tussentijdse succesjes.

Samen de buurt aantrekkelijk maken om buiten te spelen daar draait het om. Kinderen, ouders docenten en maatschappelijke organisaties denken en doen actief mee. In de burgerparticipatie schuilt de kracht . Het is nog niet zo makkelijk om praktische belemmeringen voor een kindvriendelijke omgeving weg te nemen. Parkeren en autoverkeer zijn taaie onderwerpen die een rol spelen. Dit moet echt op buurt en met deskundigen worden opgelost.

samen werkt het beter

Bij het inrichten van speelplekken moet met veel zaken rekening worden gehouden; veiligheid, welzijn, verkeer, onderwijs, bedrijvigheid, groen en kunst & cultuur. Zaken die onder verschillende afdelingen van de gemeente vallen. Betrek die afdelingen. Laat ze meedenken en hun expertise inbrengen. Combineer belangen, doelen en misschien zelfs budgetten. Met een brede blik maak je betere speelmogelijkheden

In Heemstede met de kinderen door de buurt gelopen. We lieten ze voor ons uit lopen. Dan zie je vanzelf waar kinderen heen gaan, en hoe ze de buurt gebruiken om te spelen. Daarna ga ik naar de volwassen bewoners. Ouders denken in toestellen, niet in speelmogelijkheden. Zij vragen om een klimrek, terwijl hun kinderen heel tevreden zijn met dat kleine stoepje bij het elektriciteitshuisje. Koester dat plekje. En zorg dat het daar veilig en schoon is.

afkijken mag

Het barst van de initiatieven in Nederland. Je hoeft niet zelf het wiel uit te vinden. Kijk in andere steden, wijken en buurten. Bel collega’s in andere gemeenten. Leer van goede en slechte voorbeelden. Zoek op internet afbeeldingen van speelplaatsen overal ter wereld. Gebruik de voorbeelden in een brainstorm om samen nog betere ideeen te krijgen.

Een wijk leeft en ontwikkelt zich. Jonge gezinnen in een nieuwbouwwijk willen kleuterspeelplaatsen maar als kinderen ouder worden, vernaderen hun speelwensen. Daar moet je als beheerder van de openbare ruimte rekening mee houden. Je moet flexibel meebewegen met de ontwikkelingen in de wijk.”

van proberen kun je leren

Durf risico’s te nemen en creatief te zijn. Denk niet in standaardoplossingen. Daag je samenwerkingspartners binnen en buiten de gemeente uit om net een stapje verder te zetten. Doorbreek vaste patronen. Dat zorgt voor nog betere resultaten. Noem je project een ‘pilot’. Dan kan er vaak wat meer geëxperimenteerd worden

KInderen moeten zich vrij kunnen bewegen door de wijk, zonder andere bewoners te hinderen. Daarvoor scheppen we voorwaarden. Goede bereikbaarheid van de speelplekken en optimale verkeersveiligheid bijvoorbeeld. We maken geen kant en klare speelplekken, maar prikkelen de kinderen om te spelen op hun manier.

klein maar fijn

Speelwijken versterken de sociale cohesie in de buurt. Maar in het begin zal die cohesie nog wel wat te wensen over laten. Steun kleine initiatieven en help bewoners om de weg naar instanties te vinden. Geef niet op als je buurtbewoners niet direct meedoen. Maar kijk of je ze op een andere manier, die meer bij hun past , bij het project kunt betrekken. Overvraag mensen niet. Liever samen iets kleins doen dat lukt, dan iets groots waarbij mensen afhaken. Geef ruimte om te groeien

Mooie speeltoestellen zijn zeker niet altijd de oplossing. Integendeel. Je moet naar de hele omgeving kijken. Een paar verkeersmaatregelen hebben vaak veel meer effect op de speelmogelijkheden in een buurt dan de mooiste glijbaan. Een nieuw speeltoestel klakkeloos op een verwaarloosde plek neerzetten werkt niet. De hondendrollen verdwijnen echt niet vanzelf. Je moet het samen aanpakken met bewoners en de verschillende Gemeentelijke diensten.
< Terug naar blogs
Deel dit artikel

Ook enthousiast over een Groene School?

Neem contact met me op! Dan kijken we waar je wensen & grenzen liggen. De mogelijkheden zijn eindeloos – ik help je te kiezen.